De eerste twee dagen van mijn stageweek was mijn mentor vrij ziek en had zij vooral last van haar stem. Dit zorgde ervoor dat ik meer activiteiten kon uitvoeren wat ik top vond om te doen.
Op woensdag zou ik mijn andere mentor er weer zijn. Maar dinsdagavond liet zij mij weten dat ze ziek was en er een grote kans bestond dat zij thuis zou blijven. Ze vroeg of ik een aantal zaken voor haar zou kunnen regelen, stel ze zou echt niet komen.
Op woensdagochtend liet de adjunct-directeur mij weten dat mijn mentor inderdaad ziek thuis bleef de rest van de week, maar hij zou zo snel mogelijk een vervanger regelen. Tot die tijd moest ik de klas op mij nemen. Geen moeit gelukkig, want de dag openen was bijna standaard voor mij.
Na een half uur was de vervangster er, een harstikke aardig dame die vroeger nog de KLOS heeft gedaan. Ik was benieuwd hoe dit verder zou gaan en wat ik van deze dame kon leren.
Ik ben in principe degene die weet hoe het reilen en zeilen in deze klas gaat. Terwijl de kinderen naar het sinterklaasjournaal keken, besprak ik met haar de simpele zaken van de klas en de planning van de dag. Ik kwam er al snel achter dat deze dame de band met de leerlingen belangrijker vind, dan de doelen van de planning te behalen. Het is stom hoe zeer ik aan het stressen was, om de activiteiten op tijd uit te voeren om de planning van mijn mentor niet moeilijker te maken. We krijgen nu nét alle werkjes en activiteiten op tijd af.
De kinderen vonden het vrij verwarrend dat de dag niet zo liep als normaal. “We moeten nog werken juf!” zeiden een aantal kinderen tegen mij toen ze hun tas al mochten pakken om te eten. De vervangster had haarzelf uitgebreid voorgesteld en elk kind iets over zichzelf laten vertellen. Dit had zo lang geduurd dat er geen tijd meer was voor het werken.
Ze vond het zelfs belangrijker om serieuze gesprekken te voeren, dan ervoor te zorgen dat de kinderen in stilte aten, zoals het normaal zou moeten. Ik vond het vrij lastig om het normale regiem toe te passen, omdat de vervangster een totaal andere instelling had.
Het liet me denken aan de brief van de kinderjuf die stopte met haar beroep uit te oefenen door alle veranderingen.(ik-stop-ermee) Hier heb ik het nog over gehad met de vervangster. Zij is het er inderdaad ook mee eens dat het niet meer om de kinderen zelf gaat, maar om er maar dat perfecte product van te maken (iets waar ik het in een ander blog over heb gehad).
Geeft je toch stof om over na te denken, want hoe wil ik dat later aanpakken?
Door Kayla Lenting
klik hier voor haar blog