Steun jij de doelstellingen van de Werk- en Steungroep Kleuteronderwijs? Bekijk hier onze doelstellingen en word lid!

NieuwsWSK-nieuws

Wat jonge kinderen echte lezers maakt.

Ontluikende geletterdheid tot en met de kleuterfase Ewald Vervaet (Stichting Histos, lid kerngroep WSK)

Het begrip ontluikende geletterdheid is naar de achtergrond geraakt, vindt pedagoge Wilna Meijer. In haar boek Wat jonge kinderen echte lezers maakt blaast ze het nieuw leven in. Ze wil weten wat lezen voor jonge kinderen zelf betekent, en hoe zij zich ontwikkelen tot echte lezers. Wat gaat eraan vooraf?
Meijer, emeritus docent pedagogiek aan de Rijksuniversiteit Groningen, begon in 2016 een onderzoek naar ‘de levenstijdperken van de lezer’. Haar eerste boek gaat over kinderen van 0 tot 6 jaar. Een vervolg over het schoolkind als lezer is in de maak.

Opbouw van het boek
In de even hoofdstukken komen kinderen aan bod in concrete voorbeelden. In de oneven hoofdstukken wordt die praktijk
verdiept met theorie en onderzoek. Het laatste hoofdstuk plaatst alles in een breder pedagogisch en psychologisch kader.
De toon is toegankelijk, het boek leest als een gesprek met een onderzoekende en betrokken pedagoog.

Laten ontluiken of trainen?
Het begrip ‘ontluikende geletterdheid’ is afkomstig van de Nieuw-Zeelandse klinisch psychologe Marie Clay. Zij merkte
op dat veel kinderen al kennis van taal en boeken hebben vóór ze naar school gaan. Ze pleitte ervoor om die
vanzelfsprekende ontwikkeling verder te laten ontluiken in plaats van kinderen te trainen in letterherkenning en
klankbewustzijn. Helaas is haar begrip in de praktijk verworden tot ‘vroege geletterdheid’ met tests en instructie. De WSK
denkt hier dan ook helemaal anders over…
In Nederland leidde dat tot de Cito-taaltest voor kleuters: een test van 45 minuten met meerkeuzevragen. Veel te lang en
ingewikkeld voor kleuters. De test is inmiddels afgeschaft, maar wat ervoor in de plaats kwam, lijkt er nog sterk op.

Hoe geletterdheid zich ontwikkelt
Eind 1839 begon Darwin als een van de eerste ouders de taalontwikkeling van zijn zoon William te documenteren. Pas in 1984 verscheen het eerste boek over de ontwikkeling van geletterdheid: Our daughter learns to read and write van Marcia Baghban. Hierin beschrijft zij hoe haar dochter Giti tussen 0;9 en 2;8 met boeken in de weer is, zonder instructie maar
door gedeelde ervaringen met boeken tijdens voorleessessies.
Voor Giti begint het met aanraken en benoemen. Gaandeweg ontwikkelt ze vaardigheden zoals brabbelen met boekstem (1;2), boeken sorteren naar ‘ken ik al voldoende om er op mijn eentje mee bezig te zijn’ en ‘ken ik onvoldoende; is iets voor mama en mij’ (2;4) en verhalen navertellen met een kop, midden en staart (2;6). Ze leert ook stilzwijgende ‘regels’ over omgaan met boeken – zoals wijzen naar plaatjes in plaats van ze proberen te pakken. Meijer noemt dat ‘geletterdheidscontracten’.

Wat is een goed kinderboek?
Meijer bespreekt ook wat een goed kinderboek is. Ze noemt twee benaderingen: Moraal-pedagogisch: het boek moet een kind iets leren, zoals normen of goed gedrag.
Literair-historisch: het boek spreekt kinderen aan op thema’s die hen bezighouden, zoals onderling pesten of vechtscheiding van ouders.
Volgens Meijer zijn boeken die aansluiten bij de leefwereld van kinderen en uitnodigen tot gesprek het meest waardevol.
Ze onderstreept dat kinderen in zulke boeken niet van buitenaf worden benaderd, maar dat zij juist uitgenodigd worden hun eigen ervaringen te verwoorden en te verdiepen – met volwassenen en met andere kinderen.

Gedeelde aandacht
Een belangrijk begrip in Meijers boek is ‘gedeelde aandacht’, een begrip dat teruggaat op het werk van de psychologen Bruner en Tomasello. Al rond 0;9 ontstaat bij zuigelingen het vermogen om samen met een volwassene aandacht te richten op iets – bijvoorbeeld door te wijzen of te reageren op een geluid. Dat is de basis voor de boek- en leesontwikkeling.
Gedeeld onderzoeken van de wereld gebeurt vaak met behulp van boeken. Maar dat gedeelde onderzoeken ontwikkelt zich. Aanvankelijk begrijpt het kind alleen wat er in de buitenwereld gebeurt. Pas later begrijpt het ook wat er in de binnenwereld van mensen gebeurt: denken ze écht wat ze zeggen, wat kan iemand wel of niet weten?

Kritiek op tests
Meijer is kritisch over tests bij jonge kinderen. Kleuters begrijpen het principe van een test nog niet goed. Ze hebben nog geen spelregelbesef zoals oudere kinderen dat wel hebben. Voor hen is eerlijk spel nog iets flexibels: ze snappen dat er regels bestaan, maar vinden het niet altijd nodig zich eraan te houden. Daarom is het ongeschikt om hun leesontwikkeling
te meten met gestandaardiseerde tests.
Meijer roept op tot een andere kijk: geen beoordeling van losse deelvaardigheden, maar aandacht voor het hele proces van geletterd worden, in relatie tot anderen.

Ontwikkelingsfasen beter begrijpen
Ik vind Meijers boek waardevol en goed geschreven. Wel mis ik duiding van de ontwikkelingslijnen die er volop in staan. Die kun je volgens mij het beste begrijpen met Piagets benadering over de waarneem-, handel- en denkontwikkeling. Vanuit die benadering wordt bijvoorbeeld duidelijk waarom kinderen eerst leren wijzen voor zichzelf (vanaf 1;0) en pas
later voor een ander (vanaf 1;3), hoe het komt dat een dreumes pas rond 2;7 boeken kan sorteren en verhalen in de juiste tijdsvolgorde navertellen, waarom oudere peuters (gemiddeld 3;9-4;6; de zogeheten ‘jonge kleuters’ zijn in werkelijkheid oudere peuters!) woorden niet in klanken kunnen analyseren en kleuters (gemiddeld 4;6-6;6) wel.
Volgens Piagets benadering, die ook de mijne is, ontwikkelt een kind zich fasegewijs. Wat op een bepaald moment ‘fout’ lijkt, kan beter worden begrepen als iets dat nog in ontwikkeling is – bijvoorbeeld als een oudere peuter ‘miauw’ zegt bij het woord ‘kat’ in plaats van de eerste klank /k/ te benoemen. Dat is dan niet fout, maar een passend antwoord voor die ontwikkelingsfase. Als kleuter zal het /k/ zeggen.

Egocentrisme – wel of niet?
Meijer verzet zich tegen het idee dat jonge kinderen volledig egocentrisch zouden zijn. Volgens haar kunnen ze al vroeg aandacht delen, plagen en ruziemaken – want ook die twee houden in dat er rekening gehouden moet worden met de ander maar dan om hem te raken in plaats van mee te leven. Die vermogens ontstaan al vóór 7;0, maar uit Piagets werk wordt vaak afgeleid dat het pas rond 7;0 zou kunnen.
Dit moet volgens mij worden genuanceerd. Piaget bedoelde egocentrisme niet als iets dat pas op een vaste leeftijd verdwijnt, maar als iets dat in elke fase een andere vorm aanneemt. In de ene fase wijst een kind bijvoorbeeld alleen voor zichzelf, in de volgende fase om iets met een ander te delen. Ook in hoe kinderen over zichzelf en anderen praten, zie je dat ze zich van fase naar fase in steeds meer opzichten in de ander kunnen verplaatsen.

Conclusie: hoopvol en waardevol
Wat jonge kinderen echte lezers maakt vind ik een rijk en inspirerend boek! Het biedt veel inzichten voor ouders, kinderdagverblijfbegeleid(st)ers, leerkrachten van de groepen1 en 2 en eigenlijk iedereen die jonge kinderen begeleidt. Het benadrukt dat geletterdheid bij jonge kinderen al vroeg volop in ontwikkeling is.
Meijer stelt niet alleen vragen over kinderen en lezen, maar ook over hoe we die ontwikkeling waarderen en begeleiden.
Ze nodigt de lezer uit tot gesprek en samenwerking – en dat maakt dit boek niet alleen informatief, maar ook hoopvol.
Als haar boek serieus genomen wordt, kan het bijdragen aan meer leesplezier en daarmee aan het terugdringen van de leescrisis. Mijn verwachting is dan ook dat haar volgende boek, over het schoolkind als lezer, net zo’n waardevolle bijdrage zal zijn.

Een uitvoeriger versie van deze bespreking is verschenen bij wij-leren.nl: ‘Wat jonge kinderen echt lezers maakt’. Klik hier (wij-leren) of hier (Ontdekkend Leren).
Wilna Meijer, Wat jonge kinderen echte lezers maakt; ontluikende geletterdheid van 0 tot 6, Amsterdam, Amsterdam
University Press, 2025; ISBN 9789048569151 € 24,99 (e-boek € 12,99).

Ontluikende geletterdheid tot en met de kleuterfase

 

Related posts
NieuwsWSK-nieuws

Sint- en Pietfeest: meegaan met het kind

Nieuws

Nieuws

Reactie van de WSK op ‘Tijdelijk besluit peuter-kleutergroepen’

WSK-nieuws

Het ABC van motivatie in onderwijs; een psychologische basis voor elke leerling en leraar

Klik HIER en word (steun-)lid van de WSK en
blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief.