Oproep om te stoppen met het toetsen en labelen van kleuters: aanbevelingen om het anders te doen.
Het onderwijs zelf is schuldig aan het afhaken van leerlingen en docenten!
30 jaar geleden waren wij het er als leerkrachten over eens, dat je heel voorzichtig moest zijn met het opkomen voor kinderen die misschien thuis mishandeld werden. We moesten als school heel voorzichtig zijn met conclusies en met de privacy van het gezin.
Nu nog heb ik een meisje voor ogen, waarvan ik denk: ‘Wat hebben we jou, met al onze goede bedoelingen, destijds in de steek gelaten. Nu zou ik al mijn kracht inzetten om voor je op te komen!’ Het is deze kracht die ik in wil zetten om op te komen voor kinderen die in de knel komen, doordat ze geen(!) passend onderwijs krijgen en gelabeld worden als probleemgeval. Voor mij staat dit gelijk aan een soort geestelijke mishandeling.
Aan jonge kinderen worden op de basisschool eisen gesteld die niet bij hun ontwikkeling horen. Kinderen in groep 1 en 2 moeten talloze uren op een stoel zitten bij het inoefenen van bijna alle letters van het alfabet, terwijl ze in die tijd zouden moeten klauteren, kopjeduikelen en hun evenwicht en andere fysieke vaardigheden zouden moeten oefenen. Vanuit goede bedoelingen denken de beleidsmakers dat taalachterstand voorkomen kan worden door steeds vroeger te beginnen met het aanleren van letters. Dat is een misverstand.
Hoe bereiden peuters en kleuters zich voor op cognitief leren?
Als het goed is krijgt het kind van de geboorte tot ongeveer het zesde of zevende levensjaar alle ruimte om zich via de motoriek van het lichaam klaar te maken voor cognitieve activiteiten. Coördinerende bewegingen tussen de linker- en de rechterkant van het lichaam activeren overeenkomstige bewegingen van het brein. Het brein ontwikkelt zich door fysieke bewegingen. Een voorbeeld hiervan is de kruipbeweging van de baby, die daarmee de samenwerking tussen de linker- en rechterkant van zijn of haar brein oefent. Ook de zintuigen en de fijne motoriek moeten op die leeftijd vooral geoefend worden in de driedimensionale ruimte.
Voorbarige toetsen en niet(!)passend onderwijs
Met het huidige beleid van de overheid worden leerkrachten gedwongen niet passend onderwijs te geven aan kinderen, ouders worden ongerust gemaakt met alarmerende berichten over mogelijke dyslexie en –last but not least- te veel kinderen krijgen een etiket: zorgleerling! Alle partijen krijgen het gevoel te kort te schieten. Dat is onnodig frustrerend en zorgt er voor dat jong en oud de moed soms opgeeft en afhaakt. Precies het tegenovergestelde van wat de minister met alle maatregelen bedoelde: het voorkómen van leerachterstanden en de uitval van leerlingen en leerkrachten. Toch?
We kunnen ons doel toch ook met redelijke argumenten bereiken?
Kennelijk niet! Beleidsmakers worden al lang van alle kanten bestookt met protesten en argumenten waarom het anders zou moeten en kunnen in het onderwijs. Er wordt door veel directies van scholen gereageerd op de knellende voorschriften die er zijn over toetsen en handelingsplannen. Al die protesten en zelfs stakingen zijn kennelijk niet overtuigend genoeg om beleidsmakers te laten luisteren naar de professionals die het werk uitvoeren. Misschien zijn de maatregelen die wij voorstellen niet concreet genoeg? Misschien moet het helemaal van onderaf en in kleinere stappen? Dat zou best eens kunnen. Dit is een vurig pleidooi om op te komen voor de kinderen die in de knel dreigen te raken. Kom op, het is nog niet te laat voor de aankomende kleuters! Iedere leerkracht die met kleuters werkt, weet waar het over gaat!
Wat zou er gebeuren als we er gewoon mee zouden stoppen?
Als we zouden stoppen met het toetsen en labelen van kleuters? Als we ongehoorzaam zouden zijn aan de eisen van de overheid? Dat is niet zo passend voor mensen die met hart en ziel in het onderwijs werken. We wringen ons in allerlei bochten om te laten zien dat we het kunnen. Als we alles met veel moeite en het omzeilen van beperkingen op de rit hebben, kan de inspecteur weer komen kijken. Bij deze roep ik scholen op om er niet meer aan mee te doen: Stop met het inpompen van letters voor de gebruikelijke toetsen. Stop met het opjagen van leerkrachten. En stop met het zaaien van onrust bij ouders. Als we ons geweten laten spreken, weten we dat we het de kinderen en elkaar niet meer aan mogen doen. Beleidsmakers moeten nu luisteren naar de professionals, die er verstand van hebben. Dat zijn degenen die elke dag geconfronteerd worden met de reacties en het gedrag van de kinderen. Dat zijn de leerkrachten die nog steeds volhouden, omdat ze de kinderen niet in de steek willen laten. Dáárom dus: laat hen niet verder in de steek!
Positieve voorstellen
Kinderen in groep 1 en 2 mogen net zolang spelen, klimmen en rollebollen tot ze vanzelf belangstelling gaan tonen voor letters en cijfers en werkjes aan een tafel. Leerkrachten faciliteren een uitdagende omgeving voor fysieke activiteiten. Om de woordenschat te vergroten praten zij veel met de kinderen, lezen voor uit prentenboeken en begeleiden en stimuleren hen als zij meer willen spelen met letters en cijfers.
Leerkrachten observeren zelf of de kinderen toe zijn aan het werken op het platte vlak, dus ook of ze rijp zijn om naar groep 3 te gaan. Leerkrachten van de onderbouw zijn daartoe speciaal opgeleid aan de PABO. Wanneer leerkrachten van de bovenbouw overgaan tot het lesgeven binnen de onderbouw moeten ze zich alsnog specialiseren.
De PABO krijgt weer een aparte afdeling voor de onderbouw, waar aankomende leerkrachten worden opgeleid in de ontwikkelingspsychologie van het jonge kind en de methodieken om kleuters voor te bereiden op het leren lezen en schrijven in groep 3. Bovendien leren zij om de vorderingen naar waarde te observeren en te beoordelen.
Het resultaat
Toekomstige kleuters mogen in hun eigen tempo en op een natuurlijke manier beginnen aan hun schoolcarrière. Ze spelen en bewegen in de ruimte en hoeven pas cognitief te presteren als ze daar aan toe zijn. Ze krijgen weer het vertrouwen van hun opvoeders en daardoor in zichzelf. Leerkrachten worden bevestigd in hun deskundigheid en vertrouwen daarop in het begeleiden en beoordelen van hun leerlingen. Net als de ouders kunnen zij weer genieten van alles wat wél goed gaat en op een ontspannen manier aandacht besteden aan die gebieden die nog om zorg vragen. Leren wordt weer leuk. Kijk maar naar de dreumes die zijn eerste stapjes zet: nét zo leuk!
De auteur van dit manifest, Elly de Wildt-Dienske heeft 35 jaar gewerkt in het basisonderwijs. Altijd was zij geïntrigeerd door kinderen die niet mee konden komen in het normale tempo en met het normale aanbod van de leerstof. Nu verzorgt zij de opleiding Edukinesiologie, voor leerkrachten, leerlingbegeleiders en ouders. De bijbehorende fysieke BrainGym-oefeningen helpen kinderen en volwassenen om ‘alles er uit te laten komen wat er in zit’. Zij zoekt podia om leerkrachten en ouders een hart onder de riem te steken met een positief verhaal. Wat is de theoretische onderbouwing van het feit dat we meer op de natuurlijke ontwikkeling van kinderen mogen vertrouwen? Wat houdt dan die ontwikkeling in? Hoe doen we dat in de praktijk? Hoe weten we of een kind rijp is om naar groep 3 te gaan?
Aanbod van een podium, steun- of andere betuigingen? Zeer welkom!
ellydienske@gmail.com Zie verder www.braingym.nl
klik hier voor reacties op dit artikel “Kind van Nu”
Elly de Wildt-Dienske, oud-leerkracht Basisonderwijs, Instructeur Edu-kinesiologie (BrainGym), directeur Centrum voor LeerGym
Leonieke de Wildt, Onderwijskundige, oud-schoolbestuurder
Ik ben een gepensioneerde docent met ervaring in het beroepenveld MBO en HBO.
20 jaar geleden had ik 24 leerlingen in de klas waarvan 2 met een probleem. De laatste jaren had ik ook 24 leerlingen inde klas waarvan 2 zonder probleem.