Erica Ritzema gaf 29 jaar onderwijs aan kleuters. Afgelopen schooljaar is zij gestopt omdat zij zich niet meer kon conformeren aan alles wat er van haar werd verlangd als leerkracht. Met haar ingezonden stuk ‘Kleuter in Nederland verdient beter’ haalde ze de pers (o.a. Noordhollands Dagblad, d.d. 10-11-’12). Hieronder haar opzegbrief:
“IK STOP ERMEE!
Na (met KLOSakte A en B, applicatiecursus volledig bevoegd onderwijzeres en een l.o. handenarbeidakte) 38 jaar lang les te hebben gegeven op een basisschool in Tilburg, waarvan negenentwintig jaar aan kleuters, heb ik besloten aan het eind van dit schooljaar mijn werkzaamheden te gaan beëindigen.
Ik kan en wil mij niet conformeren aan de huidige vorm van onderwijs, die mij zo dwingend wordt opgelegd.
Ik herinner me nog levendig de tijd dat ons verweten werd, dat we teveel vorderingen van kinderen vastlegden en geen vertrouwen zouden hebben in de natuurlijke ontwikkeling van het kind. Daarop volgde een periode, waarin we projectmatig moesten gaan werken en de inhoud juist moesten laten groeien vanuit de bijdragen van de kleuters. Wij leerkrachten plaatsten toen grote vraagtekens bij zo’n vrijblijvende manier van werken.
Nu ben ik beland in een periode, waarin de kleuters de leerstof van groep drie krijgen voorgeschoteld en de resultaten moeten worden geregistreerd in een observatiemodel wat is voortgekomen uit de orthopedagogiek [alsof er alleen nog maar kinderen met afwijkingen zouden bestaan]. Wie hoort in deze situatie nog iets terug over het begeleiden van en het vertrouwen in de natuurlijke ontwikkeling van kleuters? Ik niet. Kinderen zijn gereduceerd tot vaatjes, waarin ik dagelijks van bovenaf opgelegde informatie moet stoppen en daarnaast dien ik onmiddellijk de korte termijn resultaten te registreren. Alle accenten liggen op het cognitieve vlak, waarbij de mathematische en linguïstische onderdelen
verreweg het zwaarst vertegenwoordigd zijn. Alles draait om snelle winst, opbrengstgericht werken wordt dat genoemd, just for profit, not for people. Het is daarnaast niet meer mogelijk veel tijd en aandacht te besteden aan expressievakken en mede hierdoor denderen de motorische vaardigheden achteruit. Ik meen daardoor mee te werken aan het ontwikkelen van een maatschappij, waarin mensen geen uiting meer zullen kunnen geven aan hun emoties en dit zal zich gaan openbaren in een explosieve toename van zelfmoordpogingen en een verharding van de maatschappij.
Onmiddellijk komt bij mij de herinnering aan de Japanse moeders bovendrijven, wier mannen jaren geleden bij de Nederlandse afdeling van Fuji werkten en die zo dankbaar waren dat hun kinderen in Nederland, waar spelenderwijs geleerd mocht worden, hun kleutertijd door konden brengen. In Japan lag de prestatiedruk toen al veel hoger en dat resulteerde in veel depressieve pubers, die moeite bleken te hebben met het aangaan van relaties, omdat het Japanse onderwijs individualisten opleidde.
Helaas heeft het Nederlandse kleuteronderwijs dat recht op spelend leren inmiddels ook verspeeld. Er bestaat in de huidige klassensituatie voor mij zelden nog de mogelijkheid om uit te gaan van de belevingswereld van kinderen en de kinderen wordt niet eens meer de gelegenheid geboden de nieuw ontdekte buitenwereld mee naar binnen te brengen, want ik dien vanuit de methode “Kleuterplein” te werken. De lesstof wordt van bovenaf bepaald, sluit niet meer aan en boeit daardoor vaak niet. De lessen zijn puur resultaat- en niet kindgericht, dit druist enorm in tegen mijn kleuterleidstersprincipes. Er ontstaat hierdoor een middelmatigheid in het lesaanbod (alle juffen in Nederland bieden binnenkort dezelfde lesstof aan), want er kan niet meer worden ingegaan op de interesses en de gevoelige periodes van kinderen, waardoor overigens ook nog eens de individuele talenten van de leerkrachten onbenut blijven.
De identiteit van kleuters wordt door deze vorm van lesgeven meer dan ontkend, de kleuter in Nederland is zijn identiteit verloren en mag helemaal geen echte kleuter meer zijn, want wij gaan voorbij aan deze unieke levensfase, waarin wereldverkenning, verwondering, beleving en zintuiglijke waarneming centraal zouden moeten staan. Kinderen zouden vanuit eigen ervaring en beleving hun inlevingsgevoel moeten kunnen ontwikkelen en van daaruit moeten leren hun medemensen en hun omgeving met respect te bejegenen. Hierdoor is een enorm hiaat in de ontwikkeling en de opvoeding aan het ontstaan, met alle gevolgen van dien. Dit gebrek aan oerervaringen kan niet worden gemeten in zo’n
observatie/registratiemodel op de korte termijn, maar zal zich pas op de lange termijn gaan wreken. Wij zijn de kweekvijver van een neurotische, egocentrische samenleving en daar wens ik niet aan mee te werken.
Tevens zorgt het feit dat onderwijsvernieuwingen als projectielen op ons worden afgevuurd, zonder de tijd om ze zorgvuldig te kunnen implementeren, voor de nodige frustraties. Ik constateer dat ook mijn collega’s balanceren op het randje van overspannenheid en dat hun het plezier in het lesgeven, door alle contemporaine eisen in het huidige onderwijsbeleid, wordt ontnomen. Zover wil ik het bij mezelf liever niet laten komen. Ik lijd reeds aan beroepsdeformatie en oververmoeidheid, ik verwaarloos mijn familie en vrienden, heb weinig tijd om de actualiteiten bij te houden en besteed vrije dagen en weekenden aan mijn werk en dit alles terwijl ik slechts parttime werk. Mijn lichaam is moe en mijn hoofd draait overuren om alles op een rijtje te kunnen houden. Nadat ik van een collegaatje hoorde dat ze het afgelopen weekend geen enkel moment van rust en aandacht voor haar gezin had weten in te bouwen, wist ik dat het niet alleen mijn probleem was.
De eisen, die ons worden gesteld, grenzen aan waanzin.
Daarnaast wordt op deze wijze ook nog eens een latente burgerlijke ongehoorzaamheid gecreëerd, omdat onmogelijk aan alle eisen kan worden voldaan. Het weten, dat bij alle activiteiten onzorgvuldigheid de boventoon voert, omdat ook het onmogelijke, in onvoldoende mate, helaas direct gedaan moet worden, brengt ook veel frustraties met zich mee.
Resumé: iedereen werkt zich te pletter, maar niemand houdt daar nog een voldaan gevoel aan over. Het werk is n.l. nooit af en de kans om de zorgvuldigheid te betrachten, waar ieder kind recht op heeft, wordt ons ontnomen door het enorme aan ons opgelegde pakket aan eisen. Na gedane arbeid is het niet meer goed rusten in het hedendaagse onderwijs.
Ook het contact tussen de teamleden heeft onder deze werkdruk vreselijk te lijden. Wij hebben op onze school een geweldig team, maar de momenten waarop je met collegae van gedachten kunt wisselen zijn spaarzaam geworden. Zij zijn door hun drukke werkzaamheden slechts passanten, die je in de gang groet. Indien een van de collega’s een zware periode doormaakt, maakt hij/zij dat kenbaar via de mail, omdat er te weinig gelegenheid is voor een persoonlijk gesprek. Het sociale aspect is verschraald door de werkdruk. Ooit vielen ouders bij het binnenkomen als een blok voor onze school,, zonder enig methodisch achtergrondverhaal te hebben aangehoord, omdat ze vonden dat ze in een warme, blije
sfeer stapten waarvan ze hun kind graag deel wilden laten zijn.
Ik kan alleen maar constateren dat ik vaak het dubbele aantal uren werk van mijn wettige aanstelling en daarin voornamelijk met secundaire zaken bezig ben om aan de buitenkant te voldoen, in plaats van dat ik [in een tijd waarin de behoefte aan een warme, veilige plek voor kinderen alleen maar groter is geworden] bezig
ben met de ontwikkeling en het welzijn van de kinderen in mijn groep en daar pas ik voor. Neem daarnaast ook nog de cabareteske plannen op het gebied van passend onderwijs en zorg op maat. Wat een giller, we zijn er nooit verder van verwijderd geweest en die afstand groeit nog steeds! Mijn ambities liggen echt op een hoger niveau, ik wil niet dat mijn onderwijsaanbod economisch inzetbare pionnetjes aflevert, maar ik wil streven naar een maatschappij met sociaal vaardige en respectvolle mensen, waar ik mijn steentje aan
heb mogen bijdragen. Onderwijs is dé investering in onze toekomstige samenleving en grote zorgvuldigheid is daarbij geboden. Mijn besluit ligt daarom vast: ik ga stoppen met het geven van onderwijs, ik heb n.l. niets meer te verliezen, mij is alle zin in en van het lesgeven ontnomen.
De kleuter in Nederland heeft zijn bestaansrecht verloren. Ik geef de strijd op.”
Hier ben ik het ook mee eens, laten we de kinderen kind zijn ze kunnen nog lang genoeg leren en werken.
We maken de kinderen veel te vroeg volwassen het is juist goed voor de ontwikkeling van een kind om eerst zich zelf te ontwikkelen en dan pas met de door de maatschappij opgelegde regels geconfronteerde te worden.
We zijn vergeten hoe het was om zelf kleuter te zijn en hoe we ervan genoten als onze moeder thuis was en aandacht gaf aan ons.
Nu is dit in de meeste gevallen al niet meer zo omdat je als ouders verplicht wordt om te werken en nu blijkt het ook nog dat onze kinderen niet meer de aandacht krijgen die ze nodig hebben op de school waar wij ze brengen.
Geef de kinderen meer vrijheid en plezier het duurt al zo kort want ze zijn erg snel groot.
Oplossing heet:
De Vrije School
beste ilo,
de vrije school is niet de oplóssing, maar wél een goed voorbeeld van hoe het hele onderwijsveld (openbare scholen en andere) verbeterd zou kunnen worden om weer het kind centraal te zetten in plaats van een opgelegd programma, wat gekontroleerd kan worden met telraampjes die cito-toets heten …
Ambtenaren die nooit voor de klas hebben gestaan bepalen al 40 jaar dat het onderwijs moet ‘vernieuwen”. Ze zijn afgestudeerd en komen bij het ministerie te werken, om daar de ideeën van hun afstudeerscriptie uit te voeren.
Op een andere manier kan ik niet verklaren dat er zulke wereldvreemde en onpraktische methodes worden doorgevoerd. De leraren vragen er geen van allen om. Die willen alleen hun werk kunnen doen, maar worden gek gemaakt met papier.
Het rare is ook dat alhoewel kleuters nu lesjes krijgen, de prestaties van deze leerlingen als ze ouder zijn niet beter, en vaak slechter zijn dan zo’n 30, 40 jaar geleden.
Maar gelukkig houden we er een club goed betaalde club ambtenaren aan over!
Pardon? Ik ging vol goede moed naar de vrije school omdat ik las in de brochure dat men uitging van de ontwikkeling vanuit het kind. Mijn dochter heeft een a-typische ontwikkeling, ze is erg gevoelig voor het gevoel van een ander (je kan voordoen wat je wilt, maar ze voelt de intentie die erachter ligt), loopt cognitief vooruit, denkt autonoom, en daardoor kon ze niet goed aansluiting vinden in de hele groepsontwikkeling van de vrije school.
Ze is echt een natuurkind, en heel creatief, heel sensitief, maar ook heel logisch. Er werd gedacht dat wij als ouders wel heel vrij waren met onze unconditional parenting opvoedkunsten, er werd terug geblikt op de vrije school van vroeger, en kennelijk was men daar toch van terug gekomen en koppelde men dat gevoel aan ons opvoeden met het idee dat alles mocht (wat zeker niet zo is, we hebben duidelijke grenzen, wellicht veel duidelijker dat de reguliere ouder, alleen we straffen en belonen niet maar handelen als normaal mens, communicatie). Daaruit proefde ik een soort ommedraai om zich af te wenden van die vrije tijd van de vrije school geschiedenis waarna mogelijk een tegenovergesteld model is gekozen. En aangezien de triple P krantjes ook werden uitgedeeld gaf mij dat het gevoel dat men meer het reguliere model angstvallig probeert vast te houden om erbij te horen en gezien te worden als vrije school. Het identieke wat ik dan wel weer terugvond was de jaarfeesten en het oog voor natuurlijke materialen en ontwikkelingsperioden. Maar mijn dochter die zichzelf met 3,5 leert schrijven, mag dat dus toch haar 6e niet doen? Waar blijft dan uitgaan van de ontwikkeling van het kind zelf? Of ontwikkeld ieder kind echt alleen via een vast model? Het lukt mij niet om mijn dochter te remmen in haar cognitieve ontwikkeling, en ik probeer haar te stimuleren op de vlakken waarop ze het wat minder doet, maar dat werkt averechts en zou je een ongelukkiger kind van krijgen. Ik heb vertrouwen dat het weer recht trekt aangezien ik eenzelfde ontwikkeling had als kind, alhoewel ik iets minder sterk cognitief functioneerde, maar later bleek ik in mijn leven hoogbegaafd te zijn; a-typische ontwikkeling.
Mijn hoop is nu gevestigd op de steve jobs school, of een dergelijke school; waarbij men wel geneigd is te kijken naar de eigen talenten van ieder kind; want ieder kind heeft het in zich; een talent. Hoe laag IQ, of hoe hoog IQ ook, welke ‘gedragsstoornis’ dan ook. Gedragsstoornissen ontstaan als mensen of dieren hun natuurlijke behoeften niet kunnen volgen of waar geen ruimte voor is. Denk aan stereotypische gedragingen bij dieren. Maar ik zie dit ook meer en meer terugkomen bij kinderen en volwassenen. Is het gedrag dan een probleem of wat eronder ligt?
Ik heb tot nu toe alleen een plusklas waar mijn dochter van harte welkom is, maar dat is 1 middagje per week aan onderwijs. Iedere andere school is huiverig of stelt zijn eigen eisen ipv te kijken naar het kind. Teveel kinderen met rugzakjes, leraren zijn overbelast. En mijn dochter is zo leergierig, zo lief en rustig, zo gemotiveerd, alleen wel met een gebruiksaanwijzing om eruit te krijgen wat erin zit, in deze tijd is dat een groot probleem, ze heeft rust nodig ipv druk en observerende mensen waar ze gevoelig voor is en juist niks laat zien.
Het verhaal van Erica verklaart iig goed waarom ik als kind wel nog kon meekabbelen (wel veel onzekerheid opgebouwd hoor door onderpresteren, dus dat is ook niet helemaal goed), terwijl ik rondjes rond de zandbak liep als kleuter, filosofeerde over hoe oneindig het heelal is, en waarom mensen ruzie maken over geloof terwijl toch alles overeenkomt met elkaar, en waarom oorlog als we allemaal familie zijn omdat we dezelfde voorouders hebben etc, en ik hier geen enkele uiting aan kon geven over wat ik dacht dus van buiten zag je een doelloos lopend kind wat niet met leeftijdsgenoten kon samenspelen. Mijn dochter vertoond nu eenzelfde soort gedrag, is wel wat minder onzeker (lang leve het vertrouwen en de stevige begeleiding die ze vanuit huis krijgt met een bewust moeder en een lieve vader 😉 ), maar daar worden nu alle labels opgeplakt, ze kan niet naar een reguliere kleuterklas; ze luistert niet naar opdrachten, ze denkt te ver vooruit en tekent een heel bloemenveld met vlinders ipv 1 gevraagde bloem, ze gehoorzaamt dus niet en heeft geen oog voor de werkelijke vraag. Niet iets wat ze moet leren, neee, daar moet ze op gelabeld worden, want ze heeft een a-typische ontwikkeling waar men kennelijk met de handen mee in het haar zit.
kun jij me uitleggen wat er nou zo vrij is aan de vrije school?
Dit ga ik maar eens aan mijn vriendin laten lezen en gaat hoe dan ook zeker op mijn favorieten, ze wil graag kinderen en ik zie het ook wel ztten om kinderen gelukkig op te zien groeien maar wel met hele grote vraagtekens of dat wel zo goed idee is in deze zeer hectische en moeilijke tijd, want volgens mij zijn tegenwoordig erg veel kinderen, zeker als ze ouder worden, helemaal niet gelukkig in deze maatschappij. Het is toch van zotte dat een kind geen kind meer mag zijn. Onder kind zijn versta ik de eigenschappen als speelsheid, onbevangenheid, puur en liefde, dat zijn hele goede eigenschappen zoals kleine kinderen van nature zijn, die moeten we juist stimuleren ipv te onderdrukken en kinderen van alles nog wat bij te conditioneren.
In de maatschappij waar alles om prestatie en om geld draait waarvan zelfs kleine kinderen hieronder moeten lijden, worden kinderen net als kleine robotten, ze worden letterlijk van jongs af aan zwaar geconditioneerd/geprorammeerd en daar weiger ik net als de kleuterjuf eraan mee te werken. Dikke duim voor de kleuterjuf.
Arme kinderen die niet zichzelf mogen zijn, daar word ik echt verdrietig van 🙁
Beste Anneke en Erica,
Ook ik ben het met deze stelling eens!
Het is inderdaad te gek voor woorden dat een kleuter geen kleuter meer mag zijn, en dat hij of zij in de volgende fase in het leven hier niet beter door is geworden.
Zo mee eens! Hoe erg om nu zo te moeten stoppen. Laat in godsnaam die kleuter weer kleuter zijn waar wij kleuterleerkrachten weer met plezier en passie mee aan de slag gaan. Wij gaven onderwijs op maat, hadden alle leerlingen goed in het vizier, zonder al die groepsplannen en wat ze nog meer voor ons verzinnen. Maar het belangrijkste wij hadden een goed gevoel na een intensieve leuke leerzame dag en hadden dan ook nog tijd en zin om gezellige met een paar collega’s te praten en elkaar te helpen. Ja ik mis het ook enorm, zoals het was!