Aan de eerste workshop nemen veertien mensen deel.
Riet vertelt tijdens de opening dat ze de essentie van het verschil tussen vrij en geleid spel wil laten ervaren.
Voor vrij spel is (er) meer nodig dan alleen een uitdagende omgeving.
De deelnemers wordt verzocht te luisteren naar het lied van Gerard van Maasakkers: “Bloemen zijn rood” https://www.youtube.com/watch?v=P7sa0-jY_3M
Riets bedoeling van deze workshop is de deelnemers te laten ontdekken en beleven wat vrij spel werkelijk inhoudt.
We gaan met de hele groep naar de speelzaal om dat doel te bereiken.
- We gaan het lied “beleven” door het op eigen wijze uit te beelden.
- De groep reageert nog wat statisch en daarom geeft Riet aanwijzingen: “Er mag geluid worden gemaakt”.
- Na enige tijd stapt Riet over naar geleid spel door te melden dat men gebruik moet maken van de hele ruimte in plaats van te blijven zitten.
- In de volgende fase krijgt de groep opdracht het jongetje uit het lied te spelen, dat zich verdrietig voelt. Het spel krijgt meer eenheid en ‘verdrietig’ wordt ook vorm gegeven als ‘boosheid’ en ’teleurstelling’.
- In eerste instantie had het jongetje erg veel zin om naar school te gaan, laat dat eens zien.
- “Nu ben je de belerende juf” (waar niemand mee geassociëerd wil worden). De animo verdwijnt. Je voelt de aarzeling in de groep.
- “Nu speel je de juf, die het kind vrij wil laten”.
De groep krijgt een stopteken en er volgt een uitwisseling van de ervaringen.
De hele groep is voorstander van het geven van ruimte en mogelijkheden, luisteren naar het kind om te voldoen aan zijn/haar behoefte.
De deelnemers hebben ervaren, dat er door/vanaf de overgang van vrij naar geleid spel beperkingen ontstaan.
Je bent lekker aan het spelen en er wordt steeds ingebroken in jouw spel, waardoor het eigenlijk niet tot volle wasdom kan komen, omdat je niet de tijd en ruimte krijgt om dat spel te laten groeien. Kinderen spelen namelijk zonder een vooropgezet plan en daardoor kan dat spel alle kanten op, mits het kind de tijd krijgt om creatief bezig te zijn.
Bij de groep blijkt dat sommigen zich geen raad weten met de vrijheid en blij zijn met de opdrachten die het spel meer vorm geven van bovenaf. Je moet namelijk fantasie en durf hebben om te spelen.
Je ziet ook duidelijk de verschillende typen (kinderen) terug in het spel van onze groep:
- Woordknap, de kinderen die alles ondersteunen met taal.
- Rekenknap, kinderen die tellen en meten en wegen binnen het spel.
- Muziekknap, kinderen die altijd maar zingen of liedjes maken tijdens het spel,
- Beweegknap, de altijd bewegende kinderen.
- Mensknap, de sociale kinderen, die samen spelen
- Zelfknap, zij die ook heel goed alleen kunnen spelen.
- Natuurknap, de jonge onderzoekers.
Niet iedereen in onze groep ervaart vrijheid als prettig, veiligheid blijkt een basisbehoefte om tot spel te kunnen komen. Kleuters mogen daarom tijdens het vrije spel ook altijd de kat uit de boom kijken om die veiligheid te ervaren. Opdrachten kaderen geeft namelijk wel meer houvast, maar leidt veel minder tot creatief spel. Het probleem van het huidige onderwijs is dat men, door doelgericht te laten spelen, die inventiviteit niet de ruimte geeft.
We gaan naar het lokaal terug en bekijken het filmpje “Naar de boom” dat Riet heeft gemaakt tijdens een uitstapje op haar verjaardag. Het filmpje illustreert hoe verschillend kinderen vanuit hun eigen beleving en mogelijkheden spelen met een omgevallen boom.
Riet wijst ons op twee onzinnige opmerkingen van de stagiaire en van haar.
- “Doe je voorzichtig?” zorgt voor meer kans op ongelukken dan kinderen rustig hun gang laten gaan tijdens het spel.
- “Zie je ook kabouters?” voegt helemaal niets toe op het moment dat er intensief (genoeg) gespeeld wordt.
Tijdens een tweede filmpje ontdekken de kinderen op dezelfde boom een wurm. Je ziet dat een aantal kinderen totaal geobsedeerd zijn door die ontdekking , terwijl anderen volledig opgaan in het bewegen op diezelfde boom.Een angstig kind bedwingt de boom op eigen wijze door onder de takken door te kruipen. Een kind danst rond de boom. Alle kinderen gaan blij op in hun spel. De juf houdt alles in de gaten en schilt ondertussen komkommers.
Er is moed nodig om te durvenkiezen voor vrij spel, zowel bijkinderen als leerkrachten. Voordelen van vrij spel zijn dat je de kinderen heel goed leert kennen, omdat je op die maniergoed kunt observeren en dat je daardoor (vanwege die observaties) prima weet waarop en op wie je moet letten. Er vindt een wisselwerking plaats.
Riet toont foto’s van haar eigen kleinkinderen tijdens vrij spel.
- Kinderen die bloempotten sorteren in de tuin en daar een hele dag mee bezig zijn.
- Een kleinzoon die geobsedeerd is door touw en de hele dag op de brug bezig is emmers water vanuit de sloot op de brug te hijsen.
- Een kind dat opruimt en al passend en metend in leert schatten hoe de kist met speelgoed het beste kan worden gevuld.
- Een ventje dat een uur geconcentreerd lang een schatkist sluit en ontsluit.
Riet vertelt nog over een observatie in de klas waarbij ze een spel uit “Ik en Ko” moest doen met drie kinderen. Dat werd positief beoordeeld, terwijl ze de rest van de kinderen gedurende die opdracht aan hun lot had overgelaten. Zij vindt dat de leerkracht beschikbaar moet zijn voor de hele groep en de deelnemers beamen dat.
Jammer genoeg was de tijd toen om.
___________________________________________________________
Workshop twee, zestien deelnemers.
Herhaling van de intro van workshop een.
Riet verheldert het kaderen vooraf door een verhaal te vertellen over het uitbeelden van vissen. Zij speelde een klein behendig visje dat overal tussendoor kon zwemmen. De opdracht die ze daarna kreeg was dat iedereen een grote vis moest zijn en daardoor viel het spel van Riet in het water. Er werd ingebroken in haar verbeelding.
Ze had besloten om deze deelnemers vooraf te vertellen dat we zouden gaan spelen in de speelzaal, om zo de schroom weg te nemen, en meldde dat aan dat spel geen enkel waardeoordeel verbonden was.
Vrij spel laat je gewoon gebeuren, daar is durf voor nodig. Het ontstaat al spelend en er kan niks mis gaan.
Naar de speelzaal.
De tweede groep is aanzienlijk rustiger dan de eerste.
Riet deelt speldenprikken uit in de vorm van suggesties.
Ze laat de situaties langer duren zodat er toch spel ontstaat, spel heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen.
Ook hier zie je dat, als er een positieve opdracht wordt gegeven zoals het uitbeelden van het verwachtingsvolle jongetje dat voor het eerst naar school gaat, de sfeer meteen veel blijer wordt.
De opdrachten worden besproken en ook bij deze groep blijkt dat sommigen het krijgen van opdrachten als prettig ervaren, terwijl anderen het bijzonder vervelend vinden als er wordt ingebroken in hun spel.
Riet geeft aan dat geleid spel beperkend is, omdat het de richting aangeeft en daardoor de fantasie doodt. Tijdens vrij spel kies je zelf, terwijl je nog niet weet wat er komt, omdat er niet vooraf een doel wordt geformuleerd, waardoor dat spel nog alle kanten uit kan gaan. Dat blijkt nog niet altijd zo makkelijk te zijn, omdat we verleerd zijn om het spel die kans te bieden. De laatste jaren wordt er steeds minder vrij gespeeld en dat is bijvoorbeeld dodelijk voor [1] het leren oplossen van problemen, [2] het combineren van factoren en [3] daardoor logisch leren denken, [4] conclusies trekken, [5] je aanpassen aan de ander [6] of het initiatief nemen, [7] ontwikkelen van het ruimtelijk inzicht.
Bij het zien van de film over de omgevallen boom merkt iemand op dat speelpleinen heel goedkoop ingericht kunnen worden.
Dan wordt door leerkrachten verteld, dat zij een speelplaats hebben zonder enige groenvoorziening, waarop zelfs geen zandbak is aangebracht, aangezien de gemeente daar geen toestemming voor gaf. Sommige mensen mogen ook geen zandtafel in hun lokaal plaatsen in verband met het behoud van de vloer. Kinderen gaan dan in het zwarte zand onder de omheining van het speelterrein wroeten, omdat de behoefte om met zand te spelen er natuurlijk wel is!
Iedereen is voorstander van een zandbak en zandtafel op school. Planten en bosjes bieden ook extra spelmogelijkheden en ruimte voor een soort natuurbeleving. Helaas heeft de leerkracht het niet meer voor het zeggen in onderwijsland.
Tijdens deze workshop blijkt ook weer duidelijk, dat het onderwijs op “de Vrije school” meer mogelijkheden biedt om tot spel te komen.
Riet toont vanwege tijdgebrek nog even wat foto’s en sluit de workshop af.
Hopelijk hebben de deelnemers wat meer inzicht gekregen in het belang van het vrije spel en durven ze te vertrouwen op de talenten van hun kleuters.
Allemaal veel succes en Riet ontzettend bedankt!
Erica Ritzema, 6 oktober 2014.