Na “Kinderkoppie” en “Peuteren en kleuteren” schrijft Besty van de Grift opnieuw over de ontwikkeling van de kleuter, gezien vanuit de (nog jonge) breinwetenschap. De eerste hoofdstukken zijn een samenvatting van wat in haar vorige boeken aan de orde kwam: De ontwikkeling van het brein van een jong kind vanaf de geboorte tot en met de kleutertijd en de mogelijkheden en onmogelijkheden, die dat geeft voor het gedrag en de leerbaarheid van het jonge kind.
In de daaropvolgende hoofdstukken gaan we dan echt de kleuterklas in en wordt een behoorlijk realistisch beeld geschetst, van wat zich daar afspeelt. Wat kan er mis gaan met een kleuter, die naar school gaat. Welke gedragsproblemen treden op. Wat is daar de oorzaak van en wat is er aan te doen. Ook de rol van de kleuterleerkracht, de positie van de kleuterschool in de Nederlandse onderwijscultuur en de samenwerking met de ouders komen aan de orde.
Het boek steunt op gedegen onderzoek, alles is terug te vinden in de zeer uitgebreide literatuurlijst achterin. Daarbij is het prettig leesbaar.
Het is een pleidooi voor aansluitend onderwijs en voor geduld , veel geduld in de omgang met de kleuter!
Pauline David liked this on Facebook.
Miranda Heeren liked this on Facebook.
Rowena Tygo liked this on Facebook.
Gerry Grimm liked this on Facebook.
Mirthe Loohuis liked this on Facebook.