Betreft: Kleuteronderwijs
Mijn dochter ging in 2002 naar het basisonderwijs. Ik ben zelf opgeleid tot kleuterleidster en ging bij de opvoeding uit van ontwikkelingspsychologie meegekregen vanuit de opleiding. Daarbij stond de belevingswereld en de daarbij behorende kleuterkenmerken centraal.
Na een half jaar kwamen er uit de school paniekreacties t.a.v. het functioneren. Grote zorgen aangaande motoriek, spraak, korte termijngeheugen en sociale-emotionele ontwikkeling. Mijn man en ik werden onder grote druk gezet. Binnen school heerste 8 jaar lang een collectief wantrouwen, onze dochter zou nooit een hoogvlieger worden.
Op de middelbare school waren de leerkrachten positief.Vorig jaar haalde mijn dochter de HAVO. Cijfers: Nederlands 7, Engels 7, geschiedenis 8, Frans 7, aardrijkskunde 6, Duits 6, maatschappijwetenschappen 8 en maatschappijleer 8. Voor Engels had ze gemiddeld een 9,8 voor woordjes. Het hoogste van alle havisten dat jaar, over kortetermijngeheugen gesproken!!!
Herinner me een uitspraak van premier Rutte van enige tijd geleden: ‘Tegenwoordig zijn er meer kinderen waar wat mis mee is dan niet.’
WSK-lid en dochter
Irene Reitsma liked this on Facebook.
Martine Rademaker liked this on Facebook.
Yvonne Schuiling-Beltman liked this on Facebook.
Marloes Gerdes liked this on Facebook.
Soms krijgen kinderen pas vleugels als ze op het middelbaar onderwijs zitten…. De vleugels waren er al die tijd, maar konden pas los gaan toen ze op haar eigen niveau werd aangesproken, in dit geval de Havo. Een kind presteert vaak naar de verwachtingen die anderen van het kind hebben. Daarom is hokjesdenken funest.