Lezen doe je uit een boek, een krant een tijdschrift, in een mail en in alle informatie, die in onze cultuur van de een aan de ander wordt doorgegeven. Lezen is dus een vaardigheid van het allergrootste belang. Om een goede lezer te worden zijn drie aspecten belangrijk:
- De juiste houding Genieten van lezen, het belang van lezen ervaren, de rust en concentratie vinden om te lezen. Aan dit aspect kan vanaf de geboorte gewerkt worden, bibliotheken zetten daar goed op in hun boekstart project. Baby’s proeven hun boekjes, ritselen ermee en al vanaf een maand of acht vinden ze het heerlijk om samen een boekje te kijken en de blaadjes om te slaan. Zo leert een jong kind al, dat lezen fijn is, dat je door lezen van alles te weten komt en wordt er gewerkt aan zijn concentratie en innerlijke rust. Vaak gebeurt dit in de huiselijke kring, maar in de vele gevallen, dat dit niet zo is, is dit stukje leesopvoeding op de kleuterschool van het grootste belang: Het vertelkwartiertje, het individueel voorlezen, of zelf prentenboeken laten bekijken in de boekenhoek. Ervaren dat juf in de presentie lijst kijkt om te zien, of iedereen er is en dat mama in de schoolkrant kan lezen, wat jij op school gedaan hebt.
- Het juiste begrip Begrijpend lezen doe je nog niet met kleuters. Toch werk je aan het vermogen om de inhoud van een tekst te begrijpen. Bijvoorbeeld door het volgende spelletje: Twee kinderen hebben samen iets gebouwd en bevolken hun bouwsel met mens- en dier figuurtjes. Aan het eind van de speltijd komen alle kleuters bij het gebouw zitten en mogen zij samen het verhaal vertellen wat ze gemaakt hebben (als je dit regelmatig doet, vinden alle kleuters dit leuk) Het ene kind vertelt en het andere kind laat de poppetjes doen wat het kind vertelt. (De heks klom op de trap en viel in de put) Jongere kinderen herhalen graag het verhaal van de vorige dag, Oudere kinderen kunnen leren om als het opruimbelletje klinkt een eind aan hun verhaal te breien. Zij vinden het ook leuk om een opdracht te krijgen b.v. Je mag alleen de poppetjes neerzetten, die meedoen in het verhaal,
- De juiste techniek . De laatste tien jaar is de intentie om jonge kinderen met letters in aanraking te brengen enorm toegenomen. Opvallend veel baby speelgoed is gedecoreerd met letters en je kunt geen peuterspeelzaal meer binnen lopen, of er hangen overal woorden aan de wanden. Vanwaar toch die ijver? De meest opvallende eigenschap van een kleuter is zijn behoefte aan beweging en zijn grote fantasie. Waarom doen we dan ons best om de kleuter lang stil te laten zitten om symbolen te leren, die maar op een manier gebruikt kunnen worden? Het inzicht, dat voor het leren lezen een psychologische en neurologische rijpheid nodig is, neemt toe evenals de druk om nog vroeger en vaker leesles te geven aan kleuters, Zeker, er zijn kleuters, die aan lezen toe zijn, zij hebben nauwelijks begeleiding nodig. Voor de anderen is het goed, als hun enthousiasme wordt gewekt voor kleine verschillen in klank en vorm. Voor allemaal is het goed, als er veel tijd overblijft om te bewegen, om de creativiteit te ontplooien en om rijkhalzend uit te kijken naar het moment,dat ze zullen kunnen lezen.
Helemaal mee eens. Alleen als de kleuter er zelf om vraagt en mee bezig is, moet je er op in gaan. En van buitenaf de prikkels geven kan natuurlijk helemaal geen kwaad. Maar om echt aan tafel te gaan zitten om de kleuter te leren lezen lijkt mij niet goed. Laat hem maar lekker spelen en ervaringen opdoen.