Maandagmorgen. Ik ben net uit bed, of een Facebook-bericht trekt mijn aandacht. “Ik voel me zo slecht”, schrijft de jonge Filipijnse moeder Jane. “Omdat mijn driejarige zoon niet wilde luisteren, heb ik hem met een meetlat geslagen.” Online lessen blijken de reden te zijn. Toen Elia weigerde in zijn stoel te blijven zitten een reeks Engelse woordjes op te dreunen, verloor de jonge moeder haar geduld. In gedachten ziet ze haar zoon al opgroeien tot een mislukking. Maar klopt dat schrikbeeld wel?
Kelly Keasberry
Weinig zo wonderlijk als de hersenen van een kind. We weten nu uit hersenonderzoek dat het hersenvolume van een baby tijdens de eerste drie maanden praktisch verdubbelt, en dat die snelle ontwikkeling doorgaat tot de leeftijd van 25 jaar. Er gaat dus geen dag voorbij zonder dat Elia leert. Maar dat strookt niet met het beeld dat Jane heeft van haar zoon. Als ambitieuze moeder gelooft ze dat hij niet vroeg genoeg kan beginnen met online lessen, om zo te kunnen overleven in een “harde en competitieve wereld”. Maar haar voortvarende aanpak levert niets op dan frustratie.
Waar gaat het mis? De tragedie is dat Jane geen inzicht heeft in het unieke ontwikkelingsproces van haar zoon. In plaats van daarbij aan te sluiten en dat te stimuleren, probeert ze Elia te dwingen tot een ontwikkeling waar zijn brein nog niet klaar voor is.
Eerst de hardware, dan de software
Eerst de hardware, dan de software, dat is de vuistregel in de wereld van het kinderbrein. Tijdens de eerste levensjaren houdt een kind zich vooral bezig met het installeren van de hardware en de benodigde bedrading: waarnemen, spreken, vroege motoriek. Vanaf zes jaar komt daar de software bij: het kind is klaar om te leren rekenen, lezen en schrijven.
Ouders die hun kind van jongs af proberen te kneden tot een jonge Einstein, hebben weinig kans op succes. Niet zozeer de ouders, maar de hersenen bepalen hoe en wat een kind leert. Het kinderbrein is zo geprogrammeerd dat bepaalde ontwikkelingen voor een bepaalde tijd “gepland” zijn. Het feit dat Elia nauwelijks op een stoel kan blijven zitten, toont dat hij gefocust is op verkenning. De herfstkleuren, de bladeren, kleine insecten – een hele wereld wacht om door hem te worden ontdekt.
Dwingende structuren
Zijn moeder heeft echter een andere definitie van leren. Ze is niet de enige. Hoeveel kinderen zijn niet voor “dom” of “hardleers” versleten omdat ouders of leerkrachten zich onvoldoende bewust waren van de processen die zich in hun hersenen afspeelden? Hoeveel relaties werden vertroebeld doordat ouders hun ambities tevergeefs op hun kroost projecteerden? En hoeveel talent werd er niet verspild door creatieve leerlingen in dwingende structuren te persen?
Nieuwsgierigheid
Jane en Elijah lopen eveneens het gevaar verstrikt te raken in een hopeloos machtsspel. Ik leg haar uit dat het beste wat je een jong kind kunt meegeven nieuwsgierigheid is, en het plezier van leren en ontdekken. Daarmee leg je een fundament voor zijn verdere leven. “Voor alles is een tijd”, zei de wijze koning Salomo. Die gaat sneller voorbij dan je zou willen. De kastanjes die mijn zoons en ik gezichten gaven, zijn lang en breed in de biobak verdwenen. Volgend jaar vertrekt de oudste om te studeren. “Geniet ervan”, hoor ik mezelf zeggen. Maar Jane heeft me al bedankt en is verdwenen van Facebook en uit mijn leven.
Dit artikel is een herschreven versie van een column in het Nederlands Dagblad op 13 oktober 2020.
Het is heel moeilijk voor haar om het begrip ‘leren’ te zien zoals wij dat doen. Ik heb vele jaren in Azië en Afrika gewerkt en de ouders van de kleuterschool in Bali waarbij ik nog dagelijks (vanuit de verte weliswaar) bij betrokken ben hebben veel moeite met het feit dat leren niet hetzelfde is als het alfabet in hoofdletters te kunnen schrijven en tellen. Het is voor hen ook een lang proces.