11e WSK-inspiratiedag

Betrokkenheid = ontwikkeling!

Dit jaar houden we de 11e WSK inspiratiedag in Veenendaal.

Wil je ook naar de 11e Inspiratiedag van de WSK-kleuteronderwijs?
Meld je dan hieronder snel aan!

Guy Stevens houdt een lezing over:

Help! Te veel kinderen vallen uit op school. Werken aan ontwikkelend leren.

Je kunt 2 workshops kiezen uit de volgende onderwerpen.
Bij binnenkomst kun je je keuzen kenbaar maken.

1. Angela Scharff – Leer me denken! De cognitieve functies bij kleuters

Cognitieve functies zijn de vaardigheden die we nodig hebben om informatie te verwerken. Veel mensen die moeite hebben met leren, gebruiken hun cognitieve functies niet optimaal. In het onderwijs zien we vaak dat de leerstof dan herhaald wordt of eenvoudiger wordt aangeboden. Dat werkt maar tijdelijk. Wanneer we echter het leerprobleem iets beter analyseren, ontdekken we welke cognitieve functie niet goed ingezet wordt. Wanneer we aan deze functie werken, verbetert het vermogen om te leren structureel. Leren wordt weer leuk! Ik werk met “de bouwstenen van het denken” van Emiel van Doorn van STIBCO. Deze bouwstenen zijn goed inzetbaar bij kinderen.

2. Berry van Embden – Zo geef je kleuters een superstart

Worstel jij af en toe ook met de gedachten hoe je je het beste kan opstellen in een onderwijssysteem waarbij presteren en administreren de norm is? Zou je liever willen werken met een onderwijsvorm waarbij het de norm is om je te richten op boeiend en op maatgericht onderwijs voor kleuters? Dan zit je bij deze workshop op de juiste plek. 

Want hoe zorg je eigenlijk voor een superstart in jouw groep? En wat is dan de basis van goed kleuteronderwijs? Hoe krijg je zicht op ontwikkelingsprocessen en ontwikkelingsfasen? Wat is daarvoor nodig en wat juist niet?

Het antwoord zit niet in de zoveelste verandering van buitenaf, maar vraagt om enkele competenties van jezelf. Tenminste als je dat graag zou willen. Want als je iets wil veranderen ben je zelf aan zet. 

Na de workshop zal het voor jou veel helderder zijn op welke facetten je zou kunnen letten. Deze, en ook andere vragen worden helder gemaakt in mijn workshop “Superstart”.

3. Bertine van den Oever – Hoe verrijk je spel met communicerende hoeken?

Als het lijkt of kinderen snel uitgespeeld zijn of niet goed spelen, is het groot kans dat de omgeving niet uitdaagt tot spel.
Allereerst hoor je waarom communicerende hoeken een toegevoegde waarde hebben en waarom functioneel rekenen en taal in spelhoeken voor meer betrokkenheid zorgen.
Daarna gaan we samen bekijken hoe je bij een thema, wat bij het jonge kind past, een avontuurlijk verhaal kan zoeken of bedenken.
Hoe je dit verhaal weg kan zetten in communicerende hoeken samen met de kinderen.
En tot slot hoe je dit spel indien nodig nog kan prikkelen of begeleiden.
Natuurlijk zal ik met concrete voorbeelden komen, maar als je al weet wat het volgende thema gaat worden en je misschien al een mooi prentenboek of verhaal hebt gevonden, neem dit dan mee. Dan kan je het gelijk meenemen in de oefening die we gaan doen.

4. Ewald Vervaet – Is dit kind toe aan lezen?

Een kind dat neurologisch en psychologisch een kleuter is (gemiddeld 4;6-6;6) is niet aan lezen toe en dient dus ook geen les in letterkennis of in lezen te krijgen. Wel is het zinvol om het met klanken en vormen te laten spelen (niet met lettertekens!). 

Pas als een kind op het leesdomein een jong schoolkind is geworden (gemiddeld 6;6-8;6), is het toe aan lezen. Dat is het geval als het kan hakken-en-plakken én niet meer spiegelt. 

Of een kind kan hakken-en-plakken en niet meer spiegelt, stelt u vast met de leesrijpheidstoets. Die bestaat uit twee proeven: eerst de schrijfproef (om letters te verzamelen, die het kind kent en om na te gaan of het nog spiegelt of niet), dan de leesproef (om na te gaan of het al hakt-en-plakt of niet).

Zo krijgt een kind altijd (voorwaardenscheppend) leesonderwijs óp zijn nivo. Dat bevordert leesplezier bij het kind en werkvoldoening bij de leerkracht!

6. Lenny Zuijderduijn – Breinontwikkeling door bewegen.

Een baby wordt geboren met een brein wat grotendeels ‘klaar’ is. Tijdens de zwangerschap zijn er zo’n 100 miljard neuronen  (hersencellen) aangemaakt en je zou dus verwachten dat een baby na de geboorte meteen alles kan wat een volwassene ook kan doen.

Mis! Niet het aantal neuronen is van belang, maar de verbindingen tussen deze neuronen zorgen ervoor dat een kind kan gaan leren rollen, zitten, praten, lopen, lezen en schrijven.
Verbindingen groeien en worden sterker door bewegen en zintuiglijke waarneming. Dat is waarom bewegen en spelen en ervaringen opdoen op jonge leeftijd zo belangrijk is voor de groei van het brein. Hoe meer verbindingen, des te meer gebieden in het brein met elkaar verbonden worden en hoe beter het dan gaat lukken om te leren lezen, schijven en rekenen.
Beweging zorgt ervoor dat het jonge kind dit ontwikkelt, en daarom zijn buitenspelen, het werken in hoeken, de beweegactiviteiten in de kring en het bewegen in het speellokaal essentieel voor een goede ontwikkeling van het jonge kind en een voorbereiding op het leren lezen, schrijven en rekenen.
In deze workshop gaan we kijken naar de bewegingsontwikkeling van het jonge kind in relatie tot de groei op motorisch, emotioneel en cognitief gebied. We gaan zelf aan de slag met verschillende motorische activiteiten en je wordt uitgedaagd om na te denken
wat een kind met deze activiteiten ontwikkelt in relatie tot leren en gedrag. Beweging is de basis voor groei en voor leren!

8. Trudy Cammeraat – Betrokken luisteraars in je groep

Wil jij ook zo graag dat alle kinderen in de kring betrokken zijn en goed leren luisteren?
Verhalen vertellen is een uitdaging en meteen ook een prachtige manier om waarden en normen door te geven.
De hele sfeer waarin dit plaats vindt is van super groot belang. De setting moet dus kloppen.
Schilderen met woorden en het verhaal spontaan laten groeien!
Grijp jij ook de kans in je kleutergroep om alle filmpjes te minimaliseren en de kleuters echt iets waardevols mee te geven?
Help mee om met elkaar tot een goed verhaal te komen! Welkom en mis de boot niet.

9. Guy Stevens – Zo zit een kind lekker in zijn vel

Willen we vanuit onze betrokkenheid voor het kind zijn ontwikkeling stimuleren, zouden we de kalenderleeftijd, verwachte doelen en cognitieve normen even opzij moeten leggen. Het kind is immers uniek in zijn ontwikkelingssnelheid en het kind opvolgen in zijn  ontwikkeling is dan aangewezen. Heel concreet worden er tijdens de workshop schoolrijpheidsindicaties aangereikt die via observatie eind groep 2 afgenomen kunnen worden. Je krijgt een goed beeld of een kind ofwel nog in een kleuter-ontwikkelingsfase ofwel reeds in een schoolkind-fase zit. Zowel het denkproces, de waarneming, concentratie, lateralisatie, fijne motoriek als de zelfstandigheid ( basis van executieve functies) worden uitvoerig besproken. Ook neuromotorische (INPP) en psychologische schoolrijpheidsindicaties (Ewald Vervaet) vullen deze algemene observatie  perfect aan om een volledig beeld te kunnen vormen over de schoolrijpheid van het kind.

Ook jij hebt een persoonlijk budget voor persoonlijke ontwikkeling en scholing. Vraag je schoolleiding of zij de factuur voor deze nascholingsdag voor jou betalen!
Als de school voor jou betaalt, laat het even weten, dan sturen wij je een factuur. (lidaboonstra@wsk-kleuteronderwijs.nl)

Als door overmacht buiten de WSK om de dag niet door kan gaan, dan wordt de dag verschoven of wordt geld teruggestort (minus de gemaakte onkosten).