Het jonge schoolkind reageert op een bepaalde kenmerkende manier opeen bepaald ontwikkelingsdomein; zie ‘ontwikkelingsdomein’.
Voorbeeld 1. Het jonge schoolkind tekent de vloeistof in de flessenproef horizontaal in; zie ‘flessenproef’, afbeelding 4.
Voorbeeld 2. Een jong schoolkind spiegelt en verwisselt geen letters meer en schrijft consequent van links naar rechts. Dit is het conventionele schrijven.
Voorbeeld 3. Een te lezen woord met bekende letters hakt én plakt het tot dat woord. Dit is het conventionele lezen. Het conventionele schrijven en lezen zijn mogelijk doordat het jonge schoolkind een psychologische structuur heeft, die omkeerbaar van aard is en waardoor het R en Я als principieel verschillend beschouwt; zie ‘omkeerbaarheid’, ‘conventioneel lezen’ en ‘conventioneel schrijven’.
Deze kenmerkende reacties worden verklaard met ‘omkeerbare abstract-logische verbanden’; zie ‘abstract-logische verbanden’ en ‘omkeerbaarheid’.
Al met al is een kind op een bepaald ontwikkelingsdomein een jong schoolkind als het daarop functioneert en reageert met omkeerbare abstract-logische verbanden.
Het jonge schoolkind is dus niet het kind dat in groep 3 of 4 van de basisschool zit en niet het kind met een bepaalde kalenderleeftijd (bijvoorbeeld tussen de 6 1/2 en 8 1/2 jaar).
Ineke de Lange liked this on Facebook.
Sheila Later liked this on Facebook.
Carla Bouwman liked this on Facebook.