Dat leren we van allerlei deskundigen die te maken krijgen met jonge kinderen die moeilijkheden hebben met leren.
Momenteel maak ik in de praktijk mee dat dit klopt.
Daar word ik erg blij van!
Met een kleuter van bijna 6 in mijn groep die ondanks allerlei initiatieven (zoals fysiotherapie) nog steeds niet telde noch getalsymbolen herkende, zijn we gestart met extra bewegen.
De fysiotherapeut had al opgemerkt dat de balvaardigheid van dit kind minimaal was. Daarom oefenen we die sinds het najaar vier keer per week gedurende een kwartier.
De kleuter bleek vanaf het begin sterk gemotiveerd te zijn.
Ook nu nog, want als het oefenen een keer niet door kan gaan, is hij steeds heel teleurgesteld (“Leuk hè, voorleesontbijt?” “Maar kan ik dan vandaag niet met de ballen?”).
En wat gebeurt er sinds de laatste weken?
Ik blijf het verbazingwekkend vinden.
Hij telde in januari spontaan tot 5 en herhaalde dat heel vaak, waarbij hij steeds aanwees wat hij telde.
Hij telt sinds eind januari al tot 7 en schenkt ons daar af en toe zelfs een glimlach bij!
De getalsymbolen beklijven nog niet helemaal, maar dat lijkt me ook logisch als je de stappen in de ontwikkeling weet.
Wat ik hiervan leer?
Dat extra bewegen écht uitmaakt.
Dus houd ik die aandacht voor beweging erin en daarom ben ik met de hele groep zeker drie keer per week in het speellokaal te vinden!
Een enthousiaste kleuterjuf.
Wat een leuk verhaal. En het klopt zo met de ervaring dat beweging met het hele lichaam vooraf gaat aan het werken op het platte vlak. En wat een voldoening geeft dat aan de begeleider van een kind dat in de ontwikkeling is blijven steken, super!
Elly Dienske