betreft: input uit het werkveld bij contact met Inspectie over wensen en obstakels
16 juli 2021
Beste leden van de WSK,
Onlangs is een nieuwe Inspecteur-Generaal van het Onderwijs benoemd, mevrouw Alida Oppens. We hebben haar gefeliciteerd met haar benoeming en aangegeven dat we graag met haar zouden kennismaken.
Maandag 27 september is de Kerngroep uitgenodigd voor een gesprek met haar en met Rutger Meijer, de Directeur Toezicht PO. We hebben hen meegedeeld dat we tevoren onze leden vragen hun wensen en obstakels te beschrijven, die wij dan als agendapunt zullen inbrengen. Die terugkoppeling uit de praktijk is voor ons heel belangrijk. Wij vertegenwoordigen jullie en zijn jullie stem!
We vragen je daarom om aan ons te laten weten:
- wat jou in de weg staat om op verantwoorde wijze goed kleuteronderwijs te kunnen geven; die obstakels kunnen liggen op het gebied van de wetgeving, de onderwijsinspectie, je bestuur, je directie, de PO-Raad, het Cito, de pabo(‘s) in je regio of welke instantie in verband met je werk in het onderwijs ook maar;
- welke wensen jij hebt ten aanzien van het inspectiebezoek in de kleuterklas;
- andere wensen en ideeën
Laat ons vóór maandag 6 september je wensen en obstakels weten en stuur een mail naar: kerngroep@wsk-kleuteronderwijs.nl .
We zullen alle reacties bundelen en die op 27 september aan Oppers en Meijer overhandigen. Je kunt je reactie ondertekenen op een aantal manieren:
- met je volledige naam en woonplaats of plaats van je school, bijvoorbeeld ‘Anja van Dijk te Haarlem’,
- met alleen je naam,
- met een afkorting als ‘A.v.D. te H.’, ‘Anja v.D. te H.’, ‘A.v.D. te Haarlem’ of
- anoniem (N.N.) (wij vermelden dan ergens dat je naam bij ons bekend is).
Uiteraard brengen we na 27 september verslag uit van ons gesprek met de onderwijsinspectie.
Samen maken we van het gesprek een succes! Op weg naar (nog) beter kleuteronderwijs – voor elke kleuter en voor elke kleuterleerkracht.
Bedankt alvast! Met vriendelijke groeten,
de kerngroep van de WSK
kerngroep@wsk-kleuteronderwijs.nl
Het geven van verantwoord kleuteronderwijs: de afgelopen jaren heb ik met mijn duocollega gestreden om zonder methode te mogen werken. Er wordt snel gedacht dat een methode beter en vollediger is dan de projecten die je als leerkracht zelf ontwikkelt. Er bestaat veel onwetendheid bij de directie en zelfs IB’ers over aansluiting bij de ontwikkeling en belevingswereld van kleuters. Veel dingen worden schoolbreed ingevoerd en er wordt verwacht dat dit vanaf groep 1 wordt toegepast, ook als dit niet past bij de kleuters. We hebben uiteindelijk groen licht gekregen, door steeds te laten zien en verantwoorden hoe wij wilden werken op een kleutervriendelijke manier en dat dat hele goede resultaten opleverde.
Het afschaffen van de CITO-toetsen was een nog moeizamer proces, zelfs nadat de onderwijsminister had gesteld dat deze toetsen werden afgeschaft. We moeten, veel meer dan leerkrachten vanaf groep 3, bewijzen dat we kwalitatief goed onderwijs bieden, dat de resultaten op niveau zijn etc. Er wordt vaak gezegd dat het leren zichtbaar moet zijn, maar ik vraag me dan af: moet degene die komt observeren niet zelf beter leren kijken en herkennen wat ‘leren’ bij kleuters is?
PABO: Ik begeleid vaak studenten en ben ook schoolopleider. Ik merk dat ze vanuit de opleiding erg weinig kennis hebben over kleuteronderwijs. Ze moeten opdrachten uitvoeren die absoluut niet aansluiten, vaak met de mededeling ‘bij kleuters is het een beetje anders’ zonder dat duidelijk is hoe dan. Gevolg is dat de begeleider de student helpt om de opdracht om te bouwen, of dat er een opdracht wordt uitgevoerd de kant noch wal raakt, alleen maar om het betreffende vak te halen. Overigens heb ik zelf géén KLOS gedaan en heb ik mij de werkwijze bij kleuters zelf eigen gemaakt, omdat in mijn PABO-tijd de kennis over kleuters ook al tekort schoot. Echter, nu zie ik dat PABO-studenten nóg meer dan destijds een heel schools beeld over onderwijs aan kleuters ontwikkelen en de pedagogische en didactische werkwijze die ze aangeboden krijgen ook zondermeer op kleuters toepassen. Hier ligt een sterk verbeterpunt, zonder dat het in mijn ogen per sé nodig is dat ‘de KLOS weer terugkomt’.
Ik pleit voor volop aandacht voor de kleuterperiode als ontwikkelingsfase, voor ruime aandacht voor spel en spelontwikkeling, voor tijd en ruimte voor kleuters om zich te mogen ontwikkelen in hun eigen tempo en met respect voor de vakkennis van kleuterleerkrachten. Hier ligt een belangrijke rol weggelegd voor PABO’s, maar ook een verantwoordelijkheid voor schoolbesturen, directie en IB om zich op deze onderwerpen te scholen (i.p.v. de kleuterleerkrachten op cursus te sturen ‘omdat er bij de kleuters echt iets moet gebeuren’). Tenslotte: de ruimte om de ontwikkeling te mogen volgen m.b.v. observaties, die verder gaan dan afvinklijstjes met einddoelen, maar met een systeem dat aansluit bij de manier waarop kleuters zich ontwikkelen (in sprongen en niet allemaal op dezelfde leeftijd dezelfde harde doelen).
wat jou in de weg staat om op verantwoorde wijze goed kleuteronderwijs te kunnen geven; die obstakels kunnen liggen op het gebied van de wetgeving, de onderwijsinspectie, je bestuur, je directie, de PO-Raad, het Cito, de pabo(‘s) in je regio of welke instantie in verband met je werk in het onderwijs ook maar;
welke wensen jij hebt ten aanzien van het inspectiebezoek in de kleuterklas;
andere wensen en ideeën