Den Haag, 9 april 2013
‘Kleuters zijn nog volop bezig met het ontwikkelen van hun brein, om klaar te geraken voor cognitief werk op het platte vlak. Voor die ontwikkeling hebben ze alle ruimte nodig, letterlijk en figuurlijk, dus ook in de tijd. Bovendien hebben ze veel oefening nodig in sociale vaardigheden en creativiteit voor de ontwikkeling van hun probleemoplossend vermogen’. Elly de Wildt-Dienske
Voor u staat een afvaardiging van de werk- en Steungroep Kleuteronderwijs (WSK, sinds 25 april 2012). Donderdag 4 april jongstleden hebben we u een afschrift toegezonden van de vier punten die we op die dag onder de aandacht hebben gebracht van de minister van OCW, de staatssecretaris van OCW en kamerlid Rog vanwege zijn kamervragen van 12 maart over het kleuteronderwijs.
Wij komen op voor de kleuters, die dat zelf niet kunnen, én voor hun opvoeders.
Sinds de samenvoeging van het lager- en kleuteronderwijs tot het basisonderwijs in 1985, ging de natuurlijke scheiding tussen kleuters en schoolkinderen verloren. Alle protesten daartegen van de deskundigen in het veld werden gesmoord en leerkrachten van de groepen 1 en 2 moesten mee.
Vanaf dat moment raakten de inzichten over goed onderwijs aan kleuters steeds meer in de verdrukking. Aan de ene kant hebben de mogelijkheden van de computer gezorgd voor een manier van registreren die niet over mensen lijkt te gaan. Aan de andere kant door het afschaffen van een speciale afdeling voor het jonge kind op de PABO. Leerkrachten worden nu opgeleid om kinderen te scholen in kennis en vaardigheden, maar krijgen zelf geen scholing in de kennis van de neurologische en psychologische ontwikkeling van kleuters. Door alle genoemde factoren worden kleuters behandeld als schoolkinderen en dat zijn ze nog niet!
De kleuterleidsters die nog een goede opleiding kregen destijds, zijn inmiddels in de minderheid. Een groot aantal van hen haakte voortijdig af doordat zij niet meer naar eer en geweten konden werken en doordat hun professie als afgedaan werd beschouwd. Bovendien bezweken velen onder de werkdruk van alle voorschriften en administratieve verplichtingen. Anderen proberen ondanks alles overeind te blijven. Onder hen zijn velen die de uitslagen van de tijdrovende, verplichte testen naar hun hand zetten, om negatieve beoordelingen te vermijden. Alle tijd die besteed wordt aan het toetsen (op sommige scholen een achtste deel van de gehele kleuterperiode) kan niet besteed worden aan dat wat nodig is voor kleuters: vrij spelen in alle vormen, zonder een van tevoren vastgesteld doel. Het gaat om spelen als voorbereiding op het leren vanuit en op het platte vlak. Maar ook voor de ontwikkeling van sociale, communicatieve en creatieve intelligenties.
Kleuters die te vroeg tot schoolse activiteiten gedwongen worden, lopen de kans hun hele schoolcarrière op hun tenen te moeten lopen en extra ondersteuning nodig te hebben. Kinderen worden gelabeld als probleemgeval, leerkrachten moeten voorbarige hulpplannen maken en ouders worden nodeloos ongerust gemaakt. Veel latere leerproblemen kunnen teruggevoerd worden op deze wankele basis. Maar ook kinderen die zonder problemen leren lezen en schrijven, komen op deze manier te kort in het ontwikkelen van hun creativiteit en probleemoplossend vermogen.
In deze petitie laten leerkrachten eindelijk hun stem horen. Als vanzelf stroomden de schrijnende verhalen binnen. Honderd en één (101) verhalen waren genoeg om duidelijk te zijn.
Leest u ze, en constateert u met ons dat het niet goed gaat met onze kleuters, en dus op termijn ook niet met Nederland. Er zijn goede voorbeelden in binnen- en buitenland, waar op een andere manier wordt lesgegeven en wordt omgegaan met het volgen (inspecteren!) van leerlingen en hun leerkrachten.
De Werk- en Steungroep Kleuteronderwijs heeft de bedoeling de kennis over de ontwikkeling van het jonge kind weer terug te brengen op de Pabo. Zij promoot het starten van door een regeringsprogramma gesteunde proefscholen, die aansluitend onderwijs bieden vanaf groep 1.
De meeste protesten over regeringsbeleid gaan over bezuinigingen en dus over geld. Onze adviezen bespáren geld en energie en gaan over het welzijn van mensen. Géén tijdrovende en stresserende dure testen, geen geldverslindende en rigide methodes, geen letterkennis volgens ‘gisteren zweten, vandaag weten, morgen vergeten’, minder uitval van leerlingen en geen voortijdige uitval van leerkrachten.
We rekenen op u, want de verandering die er moet komen ligt in uw handen. Onderwijs in Nederland moet weer de kwaliteit krijgen die het ooit had. Het gehele vervolgonderwijs is afhankelijk van een goede start!
Coen Eggen, actief lid van de Steungroep
Riet de Jong, oud-leerkracht groep 1-2
Lianne Morssink, leerkracht groep 1
Erica Ritzema, oud-leerkracht groep 1-2
Ewald Vervaet, ontwikkelingspsycholoog en natuurkundige
Anja Visser, leerkracht groep 1-2
Gerda Witte, oud-directeur basisschool
Elly de Wildt-Dienske, oud-leerkracht basisonderwijs en Leonieke de Wildt, oud-bestuurslid van een Vrijeschool: initiatiefnemers van het Zwartboek ‘Kleuters in de knel!’
Wat ben ik het eens met deze stelling!
Ik heb ook nog de echte opleiding voor kleuterleidster gedaan en aanvullend de hoofdakte.
Inderdaad worden de kleuters onderdrukt en daarmee ook hun juf of meester.
Omdat de basisschool overging op methodes voor de groepen 1 en 2, ben ik gestopt met de kleuters. Ik kon het de kinderen niet aandoen iedere dag uit het methode boek te werken. Ik vind het niet kunnen.
Huidige directeuren en anderen hebben geen benul wat er leeft in het brein van de jonge kleuter en hoe het zich ontwikkelt.
Als je hier je mond over durft open te doen in onderwijswereld zeggen ze tegen je dat dat is geweest, je bent ouderwets.
Het is onbegrijpelijk dat de kleuters geen kleuter meer mogen zijn, dat ze weinig bewegen, te lang op die houten stoeltjes zitten.
Binnenkort ga ik met pensioen en zal ik me aansluiten bij de groep leerkrachten die vecht voor de verworvenheden van het kleuteronderwijs, die nu te niet zijn gedaan.
De neergang van het onderwijs aan kleuters is er inderdaad langzamerhand ingeslopen.25 jaar geleden begon het al met de introductie van (speel) werkbladen wat werkelijk niets te maken had met spelen, het waren functieoefeningen in het platte vlak. De nadruk kwam steeds meer te liggen op het voorbereidend lezen en rekenen zodat er een vervolg kon plaats vinden in de eerste klas van de lagere school nu groep drie in de basisschool. Vergeten werd daarbij, dat kleuters spelenderwijs hun kennis vergaren. De werk groep kritische kleuterleidsters (WKK) maakte zich toen al grote zorgen over de gang van zaken en maakte een poster met daarop de tekst “ SPELEN, NOODZAAK IN DE BASISSCHOOL “, de poster hing jaren voor de ramen van mijn school. In de praktijk is het echter moeilijk om tegen de stroom in te zwemmen zo verging het mij ook , tot er iets in je omgeving plaats vindt dat je de ogen opent en een ommekeer teweeg brengt. Dat overkwam mij toen ik een vijfjarig jongetje, die kennelijk met tegenzin bezig was miniscuul kleine verschillen op te sporen in een spel dat Schau genau heette, hoorde zeggen: “Als het een cluppie was ging ik eraf “. Als een kind in je groep dat zo hartgrondig verklaart is er iets goed mis met de manier waarop je omgaat met je kleuters. Vanaf dat moment is bij mij de knop omgegaan en na een jaar van studie, onderzoek, verdieping en cursussen in Belgie heb ik bewust gekozen voor het ervaringsgericht onderwijs. Na de zomervakantie heb ik het roer omgegooid en heb ik voor de kleuters gekozen, ze mochten spelen zo lang ze wilden met wie, waar of waarmee en ik verrijkte de klas met een echt speelhuis en allerlei materialen uit het dagelijkse leven. Ik speelde mee reikte ideeen aan om het spel te verdiepen en we genoten en leerden!!! Natuurlijk werd er gemopperd door sommige ouders omdat hun kind geen werkjes maar alleen maar schilderijen of tekeningen mee naar huis namen want de knutsels die ze maakten waren nodig voor hun spel en legden veelal het loodje voor ze het thuis konden showen. Ook de wethouder van onderwijs en de inspecteur protesteerden maar nadat ze de dag verslagen de observaties onder ogen kregen en bezoeken tijdens schooltijd aflegden en ik kon uitleggen waarom ik op deze manier met m’n kleuters werkte, namen ze er genoegen mee. De inspecteur kwam regelmatig even binnenwippen en werd steeds enthousiaster, zelfs zodanig dat hij mijn manier van werken propageerde bij de andere scholen in Enkhuizen. Vijftien jaar heb ik op deze wijze gewerkt de OBD, SLO, APS,CPS hebben mijn school bezocht en er hun voordeel mee kunnen doen. Ik heb veel lezingen gegeven op scholen OBD’S en PABO’S, ben gastdocente geweest op de PABO in Alkmaar en heb er samen met Ab Bok een boek over geschreven waarvan er 2500 in omloop zijn, is het dan niet erg treurig dat na twintig jaar er opnieuw actie moet worden ondernomen om een kleuter echt kleuter te mogen laten zijn.