Op weg naar de middelmaat, ook in het kleuteronderwijs.
Er is in Nederland vrijwel geen sector van de maatschappij waarin permanent zoveel onrust heerst als het onderwijs. Sinds 1990 zijn al zeker 30 onderwijsvernieuwingen doorgevoerd, door velen betiteld als ‘onderwijsvernielingen’.
Opmerkelijk genoeg worden die vooral bedacht door de overheid, en met name door de opeenvolgende ministers en staatssecretarissen op Onderwijs. Jet Bussemaker en Sander Dekker, de huidige minister en staatssecretaris, zijn, helaas, geen uitzondering.
Terecht dat er een aanzwellend koor van critici ontstaat, te beginnen bij degenen die het feitelijke werk moeten doen, de leerkrachten. Die worden horendol van alle nieuwlichterij, die vrijwel altijd contraproductief is, en goed onderwijs in de weg staan, en dus ten koste gaat van de leerlingen. Denk aan het voornemen in Amsterdam om, als een verlengde van de VVE, waarvan inmiddels bewezen is dat die nou net niet werkt, alle kinderen vanaf 2 ½ jaar verplicht naar school te sturen. Denk aan de steeds rigider wordende Citotoetsen, aan het onwenselijke plan om excellente leerlingen te gaan faciliteren, het publiceren van Cito-resultaten waardoor een oneigenlijke competitie tussen scholen bewerkstelligd wordt, en ga zo maar door.
Dat geldt allemaal ook en vooral voor het kleuteronderwijs, waarin recent ook allerlei ongewenste ontwikkelingen te bespeuren vallen.
De Groene Amsterdammer, een gerespecteerd opinieblad, heeft in het nummer van 17 oktober, vooruitlopend op een lezing door Alfie Kohn op 14 november in De Rode Hoed in Amsterdam, een interview met deze gerenommeerde onderwijsonderzoeker, waarin hij het Nederlandse onderwijs tegen het licht houdt. Dat komt er nogal bekaaid vanaf, en dat geldt zeer zeker ook voor het kleuteronderwijs.
De titel van het stuk, en ook van de lezing, luidt ‘Op weg naar de middelmaat’. Een veeg teken.
Coen Eggen | steungroeplid