Van:
Werk- en Steungroep Kleuteronderwijs – (kerngroep@wsk-kleuteronderwijs.nl)
Aan:
leden van de Vaste Kamercommissie OCW en hun plaatsvervangers van de fracties die op 5 november 2013 vóór motie 33.750 VIII-27 hebben gestemd (te weten PvdA, SP, CDA, D66, CU, GL, SGP, 50PLUS en PvdD)
Amsterdam, 18 november 2013
Geachte lezer,
De Werk- en Steungroep Kleuteronderwijs (WSK) heeft met grote vreugde kennis genomen van het feit dat de Tweede Kamerop 5 november jongstleden motie 33.750 VIII-27 heeft aangenomen. Daarin heeft u de regering verzocht de inspectie op te dragen het uitgangspunt inzake de landelijk genormeerde kleutertoets te laten vervallen en als uitgangspunt te hanteren dat ‘scholen zelf de middelen kiezen waarmee zij de ontwikkeling van kleuters volgen’.
Met het aannemen van die motie is een rampzalige vicieuze cirkel doorbroken. Immers, de onderwijsinspectie gebruikt de scores van de Cito-kleutertoetsen in haar beoordeling van scholen. Om die beoordeling positiever te maken werden steeds meer kleuterleerkrachten door hun schoolbestuur en/of schoolleiding gedwongen om leerstof aan te bieden aan kleuters die daar in neurologisch en psychologisch opzicht volstrekt niet aan toe zijn. Het onderricht in die leerstof is energie- en tijdrovend, maar leidt slechts tot van-buiten-leren en imiteren in plaats van tot begrip (van inzichtelijke samenhangen) en beheersing (van vaardigheden). Dit heeft alleen tot een (doorgaans kleine en tijdelijke) verbetering van de scores tot gevolg. Dat daardoor de beoordeling van de inspectie hoger uitvalt, is niet meer dan schijn.
Het is evident dat zowel u als de Nederlandse kiezer de voorkeur geven aan onderwijs op basis van inzicht en beheersing. Ons land heeft immers zelfstandig denkende, creatieve mensen nodig!
Met het aannemen van die motie heeft u een begin gemaakt met het herstel van goed kleuteronderwijs:
- De passage in uw motie ‘dat observatie beter werkt om de ontwikkeling van kinderen te volgen’ houdt in dat er voor observatie van de kleuters weer volop ruimte moet komen.
- De passage in uw motie ‘dat scholen zelf de middelen kiezen waarmee zij de ontwikkeling van kleuters volgen’ houdt in dat de professionaliteit van de kleuterleerkrachten weer volop aan bod kan komen.
Er zijn echter nog veel punten die veranderd en verbeterd dienen te worden alvorens het officiële onderwijsbeleid weer zorgt dat er verantwoord kleuteronderwijs kan zijn.
- Binnenkort neemt u een beslissing over de differentiatie Jong kind – Ouder kind op de PABO. Door hiermee in te stemmen kan kennis over de ontwikkeling van de kleuter weer de aandacht krijgen die deze de laatste jaren heeft moeten ontberen.
- We achten het niet denkbeeldig dat de regering en/of het Cito en/of de onderwijsinspectie en/of de PO-Raad alsnog zullen trachten de rampzalige praktijk van de afgelopen jaren te herstellen, door alsnog een wettelijke basis te leggen onder het uitgangspunt van de onderwijsinspectie ‘dat de school ten aanzien van kleuters aan de eisen voldoet wanneer een landelijk genormeerde kleutertoets wordt afgenomen’ (motie).
Over deze en andere onderwerpen willen we graag met u van gedachte wisselen. In de bijlage leiden we vijf onderwerpen in. De vorm van die gedachtewisseling laten we graag aan u over: per fractie, met een aantal fracties samen of hoe ook maar.
Mogen wij u daarom verzoeken ons één of meer tijden te noemen waarop u een delegatie van de WSK zou kunnen ontvangen? Een uitnodiging zien wij gaarne tegemoet.
Met vriendelijke groeten,
Lida Boonstra,Ingrid Deelen, Coen Eggen, Riet de Jong, Lianne Morssink, Martin Rijntjes, Erica Ritzema, Ewald Vervaet, Anja Visser, Elly de Wildt-Dienske en Gerda Witte
nb redactie: de 5 bijlages worden op de website als aparte berichten getoond nl.
- De grilligheid van de ontwikkeling van kleuters
- Het karakter van de Cito-kleutertoetsen
- Leesrijpheid als voorbeeld van goed onderwijs
- Twents project als voorbeeld van slecht kleuteronderwijs
- ‘Tien letters vóór groep 1’ als voorbeeld van slecht onderwijs