Mag ik even jullie aandacht voor een waargebeurd verhaal?

10 februari 2015

Op een zonnige ochtend zijn mijn kleuters lekker aan het buitenspelen.
Twee jongetjes liggen op hun rug in het gras en spelen met lieveheersbeestjes.
Ze laten de beestjes onder hun shirt door over hun armen lopen, er worden stippen
en pootjes geteld en af en toe delen zij hun ervaringen ook met mij. Ik mag voelen
hoe de pootjes kriebelen als ze over mijn huid lopen.

Het fascineert me dat zij zich, binnen die wirwar van rennende, fietsende en
schreeuwende kinderen, in hun eigen cocon bevinden en daar volledig opgaan in
hun bezigheden. Ze genieten en een half uur wordt gevuld met intensief onderzoek.
Als het tijd wordt om naar binnen te gaan om fruit te eten, geef ik hen een teken. Ik
vertel hen dat ze de beestjes terug moeten gaan zetten in het beukenhaagje, omdat
ze misschien wel honger hebben gekregen en dat de mama misschien ook wel een
beetje ongerust is geworden omdat ze zo lang samen gespeeld hebben. Het tweetal
zet de beestjes heel behoedzaam terug en ik hoor één van de twee vervolgens een
beetje verontschuldigend roepen: “Ze zijn er weer hoor!”. Mijn hart maakt een
sprongetje van blijdschap aangezien die opmerking blijk geeft van
inlevingsvermogen. Later in de rij meldt datzelfde jongetje mij ook nog even dat hij
iets tegen tegen die mama heeft gezegd en ik vertel hem dat hij dat goed gedaan
heeft en dat ik heel trots op hem ben.

Met een meelopende stagiaire deel ik mijn enthousiasme door haar te wijzen op de
projectie van het eigen leven van het ventje op dat van de lieveheersbeestjes en dat
ik dat zo’n fijn onderdeel van mijn vak vind.

Zij reageert met: “Ja, maar op de Pabo leren we eigenlijk dat buitenspelen vooral is
bedoeld om de grove motoriek te ontwikkelen”

Ik vertel haar -een beetje vinnig, helaas- dat ze op de Pabo niet meer leren om naar
kinderen te kijken en dat dat wel blijkt uit het feit dat zij voornamelijk heeft zitten
letten op wat er níét gebeurde.

Daardoor blijkt ze zich niet echt bewust te zijn van wat er wél gebeurt.
Heeft ze enig idee wat er vandaag allemaal bij dat duo is ontwikkeld?

Ik vertel haar over de natuurbeleving, de fijne motoriek, de tastzin (voorzichtigheid is
geboden, anders knijp je zo’n diertje dood), het tellen, de ontwikkeling van de
waarneming, de sociale interactie via het luisteren naar elkaar, het respect van de
kinderen voor wat leeft en dat ik van zo’n proces heel blij wordt omdat deze kinderen
vanuit hun verwondering niet snel iets kapot zullen maken in de natuur.

“Wow, dank je wel”, zegt ze.

Ik leg haar uit dat ik vind dat dit precies illustreert wat er mis is in het huidige
kleuteronderwijs. We zijn te veel bezig met kijken naar wat een kind nog niet kan en
trachten dat zo snel mogelijk aan te leren. Door die ontwikkelingshaast wordt
voorbijgegaan aan de talloze mogelijkheden die door het kind en zijn omgeving
worden aangereikt (dat aanreiken zou in deze context met een lange ij moeten
worden gespeld). Daardoor mis je een hoop kansen en geven we afgeroomd
onderwijs. Het kleuteronderwijs vormt het fundament van de ontwikkeling van het
bewustzijn die begint bij de peuter en die na een lange school-leer-loopbaan
waardige volwassenen aflevert. Door dat fundament te versmallen tot platte letters en
cijfers ontneem je de kinderen de mogelijkheid uit te groeien tot uitgebalanceerde
volwassenen.

Niemand kan precies bepalen hoe het toekomstige onderwijs eruit moet zien, en
welke kennis nog van belang zal blijken te zijn, nu de ontwikkelingen zo razendsnel
gaan.

Want wie had een aantal jaren geleden kunnen verwachten dat het internet zulke
vormen aan zou nemen of dat er zelfrijdende auto’s zouden worden ontwikkeld?
Het moge echter duidelijk zijn dat expressie, creativiteit, oplossingsgericht denken,
sociale vaardigheden als samenwerking en respect, van alle tijden zijn en moeten
blijven.

We hebben niks aan een competitieve ik-maatschappij, want we hebben elkaar hard
nodig om onze samenleving menswaardig en leefbaar te houden.

Om die reden ben ik ontzettend blij met dit memorandum dat een pleidooi is voor het
ontwikkelen van de totale mens in plaats van het behalen van cognitieve leerdoelen
die over een aantal jaren misschien hun betekenis verloren hebben.
De mens die in zijn totale wezen is ontwikkeld, blijkt over de veerkracht te kunnen
beschikken om veranderingen in het maatschappelijk leven te aanvaarden, in te
bouwen en op waarde te schatten.
Door de kennis van het oude kleuteronderwijs te combineren met de mogelijkheden
van nu moeten we dit samen kunnen realiseren.

Moge dit memorandum daartoe de aanzet zijn.

Erica Ritzema, 9 februari 2015.

Klik hier voor het memorandum-jonge-kind

7 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *