Gisteravond was er een tv-uitzending over stijgende laaggeletterdheid bij Nieuwsuur. Morgen, donderdag 13 juni debatteert de Tweede Kamer over dit onderwerp.
Hieronder lees je de reactie van de kerngroep van de WSK-Kleuteronderwijs. Deze schriftelijke reactie is door de kerngroep vanmiddag naar de leden van de Commissie OCW met basisonderwijs in portefeuille verzonden.
Geef jouw mening over dit onderwerp hieronder. Laat de leden van de Tweede Kamer lezen wat jullie (kleuterleerkrachten en andere belanghebbenden) van dit onderwerp vinden.
Aan de leden van de Kamercommissie OCW met basisonderwijs in portefeuille
12 juni 2019
Geachte,
Gisteren besteedde het televisieprogramma Nieuwsuur aandacht aan het hoge en stijgende percentage laaggeletterde veertienjarigen.1 Als oplossing werd uitsluitend genoemd: het nog vroeger beginnen met letterkennis- en/of leesles dan de afgelopen tijd het geval is geweest – ‘liever al in de kleuterklas’ (32:38) en ‘al in groep 1’ (32:50).
Niet of wel leesrijp
Het vervroegen van letterkennis- en/of leesles is rond 2000 begonnen en daarna versterkt. De WSK is ervan overtuigd dat hier de kern van het probleem ligt. Immers, letterkennis bijbrengen bij kleuters en leesles bij leerlingen die hiervoor psychologisch en neurologisch niet rijp zijn:
- kost onevenredig veel tijd en energie;
- verlaagt de leesprestaties;
- verlaagt het leesplezier.2
Omgekeerd, het is aangetoond dat kinderen die beginnen met lezen wanneer ze leesrijp zijn, binnen 40 uur kunnen lezen, en dat ook goed en graag doen.
Bevorderen van leesonderwijs óp het ontwikkelingsniveau van elke leerling
We geven u sterk in overweging om de aanbevelingen die in Nieuwsuur waren, niet op te volgen. Onze belangrijkste reden is dat de huidige problemen juist voortkomen uit het te vroeg beginnen: zo vroeg mogelijk beginnen zonder op de leesrijpheid van een leerling te letten is deel van het probleem en kan daarom geen deel zijn van de oplossing.
In plaats van onderwijs bóven het ontwikkelingsniveau hopen we dat u onderwijs zult bevorderen óp het ontwikkelingsniveau van elke leerling:
- Alleen een leerling die aantoonbaar leesrijp is3, krijgt leesles;
- Een leerling die op het leesdomein in psychologisch en neurologisch opzicht een kleuter is en dus niet leesrijp, krijgt voorwaardenscheppend leesonderwijs met klank- en vormspelletjes.
De WSK heeft eerder zowel over goed voorbereidende leesonderwijs4 als – naar aanleiding van het verzoek van een Kamerlid, namelijk mevrouw K. Straus – over het voorkómen van laaggeletterdheid vanaf het kleuteronderwijs5 geschreven.
We zijn altijd bereid deze brief mondeling of schriftelijk bij u toe te lichten.
Met vriendelijke groeten,
De kerngroep van de WSK
Noten
1 www.npostart.nl/nieuwsuur/11-06-2019/VPWON_1303162, 28:30 – 36:35.
2 Zo heeft het PIRLS-onderzoek van 2016 dat in Nederland en 60 andere landen is gehouden en in december 2017 is gepubliceerd (www.iea.nl/pirls-2016-release), onder meer dit laten zien:
- Geen land besteedt zoveel tijd aan taalles, waaronder leesles, als Nederland: 363 uur per jaar; Rusland, waarvan de leesprestaties op plaats 1 staan, besteedt er 263 uur aan, 100 uur minder.
- Op ‘Leesprestaties’ staat Nederland op plaats 20; met Frankrijk behoort ons land tot de sterkste dalers.
- Op ‘Leesplezier’ staat Nederland op plaats 46 betreffende ‘houdt erg veel van lezen’ (24% van de leerlingen) en op plaats 1 betreffende ‘houdt niet van lezen’ (31% van de leerlingen).
3 Dit gebeurt al op veel scholen met de leesrijpheidstoets; zie www.npostart.nl/de-monitor/21-02-2016/KN_1676827, 13:25 – 14:20.
5 www.wsk-kleuteronderwijs.nl/kerngroep/het-voorkomen-van-analfabetisme/.
KLIK HIER voor de brief WSK aan Tweede Kamer over stijgende laaggeletterdheid in pdf
Wanneer gaan mensen die beslissen over kleuters nu eens zich echt verdiepen in hoe het kleuterbrein werkt. In Finland snappen ze het wel. Pas lezen als ze rond 7 jaar zijn. En er wonen veruit de meest intelligente en gelukkigste mensen. De basis , het fundament, dus van onze jonge kinderen, dat moet goed zijn. Alles heeft zijn tijd in het leven. Laat dat fundament stevig zijn voor hun en zelfs ons latere leven. Zonder frustraties door onaangepaste activiteiten aan te bieden of op te leggen. Activiteiten die onbevangenheid en creativiteit, en blijdschap van zelf mogen ontdekken keihard de grond in worden geboord. Dat kan nooit een stevig fundament worden. Het is al beschadigd voor dat dit leven volwaardig mag groeien. Dit is voor velen blijkbaar nog steeds een groot onzichtbaar leed maar wat er onherroepelijk er dubbel uit komt. Problemen voor het kind en wanneer dit mens ouder is en problemen voor zijn omgeving en maatschappij. Alles op zijn tijd, wanneer de tijd rijp is…. dat zorgt voor een stevig fundament en goede prestaties naar ieders mogelijkheden!!! En wij als volwassenen moeten hierbij de grote verantwoordelijken zijn om dit proces van ‘groeien’ te willen en kunnen begrijpen om te kunnen begeleiden. Op micro en macroniveau.
Ik zou willen dat alle letters verdwijnen. Zegt mijn dochter van 6. Groep 3 kindje.
Jammer dat de oude KLOS opleiding niet meer bestaat.
Daar kregen we bij de opleiding al mee dat er voor het 6e jaar niet begonnen moet worden met letters.
(ja spelenderwijs en eigen naam, omdat broer, of zus hier mee bezig was (en ouders) maar niets extra pushen)
Trots op letters mag, maar het zijn letters. Het heeft geen betekenis voor een jong kind. (meestal ook omgedraaid, of op de kop) De hersenen waren hier nog niet aan toe. Het “valt” gewoon weg nog niet! Weet niet waarom er niet gewoon aandacht aan de basis dingen gegeven mag worden. Spelen, zelf ontdekken, zelf ervaren, beleven, herkennen.
Zo gauw als een kind hier inzicht in krijgt, heb je een basis.
Eens!!
Echt mee eens!!!!
Heel erg mee eens!
Misschien begint het wel bij de ouders, maar… de uren die een kind op school doorbrengt zijn er wel veel. En de instructietijd liegt er niet om. Laten we nu tijd maken om eens niet eerst de thuissituatie te noemen.
Kinderen die wij op school krijgen hebben dus niet allemaal dezelfde beginsituatie aan de start van groep 3. Dat betekent m.i. dat we onze onderwijsinhouden beter kunnen aanpassen – anders laat je die kinderen al direct frustreren en dat is niet goed voor het welbevinden (er wordt intussen een term gebruikt: ‘risicolezers’). Als een kind lekker in zijn vel zit en zich veilig voelt kan hij pas gaan leren.
Hoe erg is het om aan de start van groep 4 met leeslessen te beginnen voor de kinderen die daar in groep 3 nog niet aan toe waren en/of er nog geen belangstelling voor hadden?
Dan kunnen ze de methodelessen van verschillende vakken niet volgen misschien? Daar zie ik best een oplossing voor: dan passen de uitgevers hun methodes toch aan? Zo krijgen de kinderen in groep 3 veel voorbereidende oefeningen (dat kan ook voor het reken- en schrijfgebied gelden), ze worden voorgelezen, ze mogen meer binnen en buiten spelen, ze oefenen techniek, samenwerken en er wordt veel aandacht aan sociale vorming besteed. Wat zal dat een ontspannenheid geven bij de kinderen! En wat zal dat werkdruk schelen bij de leerkracht!
Ik teken ervoor!
Zeker omdat ik weet dat wie later begint, makkelijker lezen leert en nog niet eens halverwege groep 6 al prima op niveau M6 kan zitten. Eind groep 8 is dan echt nog een eindje weg!
https://m.youtube.com/watch?v=zEwRHSf2ZCU
Begint het niet al thuis bij de ouders? Zij spelen hierin ook een hele grote rol.
Via vve indicatie mogen kinderen die meertalig of anderstalig zijn een aantal uur naar een vve peuterspeelzaal/ taalhuis wat erg fijn is
ECHTER hanteren meerdere gemeentes verschillende regels om vast te stellen of een kind een vve indicatie krijgt….
Daarnaast is het vve tegenwoordig niet alleen maar taal gericht maar cognitief gericht… zijn kinderen tussen de twee en vier wel rijp om al zo cognitief bezig te zijn… laten we terug gaan naar op een speelse manier de Nederlandse taal aan te bieden en naar het sociaal emotionele… al die schoolse lesjes bij peuters, laat deze doelgroep nog even kind zijn laat ze zelf ontdekken en ontwikkelen laten we ze de ruimte en tijd geven om iets op hun eigen manier te doen in een taalrijke omgeving.