Helaas geldt dit nog voor velen, aangezien nog niet alle scholen de toets meteen hebben laten vallen na de motie van Michel Rog. Omdat WSK begin februari in gesprek gaat met Cito over de kleutertoets wilden wij de leerkrachten die deze nog afnemen vragen aan te geven waar zij tegenaan lopen bij de huidige toets. Daarnaast hoor ik graag ook hoe het dan anders zou kunnen. Als er veel mensen tegen dezelfde problemen aanlopen is dit wellicht een reden tot het veranderen van de toets. Alle reacties worden geïnventariseerd en nemen we mee tijdens ons gesprek met Cito.
Waar ik bijvoorbeeld tegenaan loop is de vraagstelling bij het woordenschatgedeelte. Dit lijkt een soort DMT-toets omdat woorden niet in context worden gevraagd. Nu weet ik niet precies met welk doel bepaalde woorden zijn gekozen door Cito om in de toets te zetten. Neem bijvoorbeeld het woord etalage. Wie gebruikt dit woord of wanneer doe je dit in het bijzijn van je 5/6 jarige kleuter? Zou je de vraag anders stellen, bijvoorbeeld; Ik kijk in de etalage van de winkel. Zet een streep onder etalage. Dan is het woord net zo lastig alleen raken kinderen niet gestrest en hebben zij de context om tot een gedegen antwoord te komen. Bij kritisch luisteren staat de vraag dat opa slecht loopt en wat gebruikt hij dan. Wat wordt hier getest? Of kinderen ooit met een rollator in aanraking zijn gekomen of dat ze begrijpen dat opa nog loopt? En dus dat ding nodig heeft wat ze nog nooit hebben gezien. Veel kinderen van die leeftijd hebben nog geen grootouders die een rollator hebben.
Waar lopen jullie tegenaan en hoe zou dit voorkomen kunnen worden zodat de toets representatief is voor het kunnen van het kind. Hierbij laat ik even buiten beschouwing of deze manier van toetsen iets zegt over het niveau van een kind. Er zullen mensen blijven die deze manier van kinderen volgen willen behouden. Dan liever op een verantwoorde manier.
Lianne (kerngroep WSK)