Het kiesbord, mits er gebruik van wordt gemaakt, is het een niet te missen onderdeel van de kleuterklas, door sommigen verafschuwd door anderen geliefd. Maar wat is het precies? Hoe werkt het? En waarom gebruiken we het? Is de effectiviteit ervan bewezen of gebruiken we het puur voor de structuur? En in hoeverre zijn er verplichte taken verbonden aan de keuzes? Hieronder lees je de antwoorden op deze vragen. Maar bovenal waren we benieuwd naar de verhalen uit de praktijk. We laten een aantal kleuterleerkrachten aan het woord om hun mening over het (al dan niet) gebruik van het kiesbord met ons te delen.
Wat is het en hoe werkt het?
De degenen die er zelf geen gebruik van maken, hebben er vast wel eens van gehoord. Het kiesbord, een groot bord, meestal vooraan in de klas geplaatst, met daarop de afbeeldingen van activiteiten en de bijbehorende hoeken in de klas. Zoals bijvoorbeeld; de bouwhoek, huishoek, taalhoek, rekenhoek etc. De kleuter plaatst aan het begin van de dag, of na de kringactiviteit zijn/haar bordje (met naam of foto) bij de hoek waar de kleuter wil gaan werken(/spelen).
Waarom wordt er gebruik van gemaakt?
Volgens een artikel van KennisRotonde (2019), is het kiesbord vooral in het leven geroepen om kinderen in de kleuterklas structuur aan te bieden. Zo zouden kleuters die zich in een ‘structuur-gebalanceerde routine’ bevinden, door doen en luisteren, meer in aanraking komen met onder andere taal, rekenen en muziek. Hierdoor zou het vocabulaire niveau van de kinderen hoger zijn dan bij kinderen die de vrije keuze krijgen in de klas. Naast het aanbrengen van structuur, zou de kleuter door middel van het kiesbord ook leren kiezen, plannen en zelfstandig werken.
In meer ‘extremere’ gevallen wordt het kiesbord gebruikt om kleuters verplichte opdrachten/werklesjes te laten uitvoeren. Deze taakjes worden dan door de leerkracht aan het bord gehangen met een maximaal aantal kleuters dat aan het taakje mag werken. Zo zet de leerkracht de kinderen aan het werk, waardoor er door hem/haar ruimte wordt gecreëerd om individuele kinderen te helpen.
Maar werkt het ook echt?
Een duidelijke wetenschappelijke studie naar de effectiviteit van het kiesbord is nog niet uitgevoerd. Wel is er een onderzoek gedaan naar klassenmanagement (Adelman & Taylor, 2005) waarin werd aangetoond dat structuur en doelgerichtheid, betere mogelijkheden bieden om te leren. Kinderen scoren hoger op voornamelijk taal en rekenen. In klassen waar geen gebruik werd gemaakt van een ‘structuur gebalanceerde routine’ en dus meer vrije keuze hebben, komen meer in aanraking met motoriek en fantasiespel.
Hoewel de effectiviteit (nog) niet wetenschappelijk bewezen is, klinkt het kiesbord zeer positief. Kleuters hebben meer structuur, komen meer in aanraking met taal en rekenen en scoren daardoor hoger op vocabulaire. Ze leren kiezen, plannen en zelfstandig werken.
Wel blijven er een aantal vragen over. Vragen we op deze manier niet te veel van de kleuters? Belemmert deze structurele routine het spelende leren? Moeten we de kinderen niet meer de vrije loop laten gaan om daarmee de fantasie van het kind meer te stimuleren? Bovenal, is het verantwoord om kleuters verplichte werklesjes te laten volgen? Wat is belangrijker: een kleuter met hogere scores of spelend laten leren en ontdekken. Moeten we een keuze maken of is er een middenweg? We vroegen een aantal kleuterleerkrachten die lid zijn van de WSK om hun mening en of werkwijze met ons te delen. Daar kwamen de volgende gesprekken uit.
“Bij ons in de kleuterklas werken we inderdaad met het kiesbord. Elke dag mogen de kinderen zelf beslissen in welke hoek ze willen werken. Binnen die hoek mogen ze zo wisselen van materialen als ze zelf willen. Als ze eerst willen verven en daarna klei gebruiken en dan knippen en plakken, vind ik dat prima. Zolang ze alles maar weer netjes opruimen. Daarnaast hebben we in groep 1, één verplichte opdracht en in groep 2, twee verplichte opdrachtjes per week. Doordat de kinderen in principe zelfstandig werken, kan ik de kinderen individueel bij me roepen om ze te helpen bij deze opdrachtjes. Ik zorg er altijd voor dat deze opdrachtjes niet te lang duren en dat het taakjes zijn die spelenderwijs uitgevoerd kunnen worden. Zo leren ze spelend maar werk je wel elke keer een stapje richting het doel.”
“Als het om de verplichte werkjes gaat in combinatie met het werken in hoeken volgens het kiesbord, hangt het er naar mijn mening ook erg vanaf hoe groot de klas is. Wij zijn dit jaar begonnen met een belachelijk kleine groep in groep 1. Als ik dan twee kinderen aan het werk zet met hun twee verplichte taakjes in de week, dan zijn er nog maar 7 kinderen bezig in de hoeken. Dat vind ik zo ten koste gaan van alles wat daar gebeurt. Dan vind ik dat werkje helemaal niet belangrijk, ik zie ze liever op een hele andere manier bezig. Met dertig kinderen in de klas is dat toch heel anders.”
“Wij werken niet met het kiesbord en de kinderen mogen vrij spelen met de materialen in die te vinden zijn in de klas. Ik ben daar op zich een groot voorstander van. Kinderen hoeven nog helemaal niet te leren om te plannen. Het klinkt allemaal heel mooi, maar moet een kind van 4 jaar echt al bezig zijn met het plannen? Die wil gewoon spelen en doen. Niet nadenken maar doen. Dat is volgens mij hoe het er in de kleuterklas aan toe zou moeten gaan. Plannen komt later op de basisschool nog wel eens aan de orde.”
“Wij werken wel met het keuzebord en ik vind dat persoonlijk als leerkracht een fijne manier van werken. Ik ben het ermee eens dat kinderen niet per se hoeven leren te plannen, daar spoor ik ze ook niet op aan, maar voor de structuur in de klas is het wel erg prettig. Waar ik me wel erg aan irriteer is dat er ooit bij ons op school besloten is om meerdere verplichte werkjes per week aan te bieden. Dat ondermijnt het spelende leren wat ik zo belangrijk vind bij de kleuters.”
“Wij hebben ook verplichte werklessen, maar liefst vier in de week! Ik vind dat als leerkracht al erg pittig, laat staan voor de kinderen.”
“Bij ons kiezen de kinderen elke maandag hoe ze, met behulp van het kiesbord, hun werkjes over de week gaan plannen. Ik vraag dan ook aan een kleuter; “En wanneer wil je je werkje gaan doen?” Dan denk ik lacherig bij mezelf wat heeft dit voor zin? M’n collega kleuterleerkracht vind het ook niks maar zegt me dat ik er ontspannen mee om moet gaan. Maar ja, die werkt niet op maandag haha, dus dat is gemakkelijk. Meeste kleuterleerkrachten zijn het er overigens niet mee eens, maar het is nu eenmaal besloten, dus dan moeten we volgen.”
Zowel positieve als negatievere klanken dus. De meeste negatieve klanken lijken voornamelijk voort te komen uit het feit dat het kiesbord gepaard gaat met verplichte werkopdrachten, die je minder vaak terug ziet in de ‘methode’ waarin de kleuter leert door middel van vrij spelen. Wordt er bij jou in de klas gebruik gemaakt van het kiesbord? Zo ja, kun je je vinden in de hierboven beschreven gesprekken? Of heb je hele andere ervaringen? Laat het ons weten in een reactie!
CAB
Wij werken niet met een planbord. Structuur zit in de afspraken die er zijn; kinderen weten met hoeveel in de hoeken, de samenstelling (mix van jongsten en oudsten) en wat de afspraken zijn. Extra structuur kan soms nodig zijn voor een individueel kind, ik vermoed dat het planbord hier zijn oorsprong vindt.
Tijdens invalwerk op verschillende scholen heb ik ervaring opgedaan met het planbord en ik vind het zijn doel voorbij streven. Gedoe bij dat bord en waarom? Zodat kinderen leren plannen? Moeten kleuters al leren plannen? Is spel niet iets van in het moment zijn en ontwikkelen? Tijdens mijn werk in ontwikkelingslanden heb ik ervaren hoe prettig het is om iets meer in het hier en nu te zijn, zowel voor kinderen als voor volwassenen. In Nederland lijken we vooral in de toekomst te willen leven. Dit heeft misschien te maken met het willen en moeten plannen? Spontane afspraken zijn bijna niet te maken, de agenda staat al voor 3 maanden vol. Een stressvolle maatschappij.
En daarna moeten we Mindfulness en yoga gaan doen (als volwassenen) om meer in het hier en nu te zijn? Ik geloof dat kleuters heel goed in staat zijn om in een mini-maatschappij als de klas te functioneren, met heldere afspraken, zonder planbord. En ’taakjes die moeten’ worden op een andere manier besproken en gedaan.
Buiten het kiesbord, waar de kleuters kiezen met hun naambordje (spelenderwijs kennen ze heel snel alle namen herkennen)wat ik een prettige manier can werken vind, hadden wij ook een kiesbord voor werkjes.
Op maandag legden we de werkjes van de week uit, waar achter de naam van het kind een blauwe dop zit op een magneet kiesbord.
Ze hebben de hele week de tijd de taakjes te doen en als ze klaar zijn, halen ze de dop weg en mogen ze een lachebekje of een neutraal gezichtje plaatsen, leuk of minder leuk!
Ook doen we in die taakjes, poppenhoek of bouwhoek, want er zijn kinderen die dat nooit kiezen en nu dus wel.
En het belangrijkste, de kinderen vinden het prachtig!
Het kiesbord werkt bij ons echt om uit onze mogelijkheden te kiezen, zowel ‘vrij’ als ‘na uitnodiging’. We hebben foto’s van de activiteiten op klittenband bevestigd en wisselen regelmatig. Zo ontstaan duo’s bij hoeken en tafels, die voor verrassende spelsituaties kunnen zorgen. Ik noteer hun keuzes voor mijn eigen overzicht. Ik nodig kleuters uit die vaak hetzelfde kiezen voor iets nieuws. Als ze iets anders willen kiezen mag dat ook. Hun tweede werk is meestal een kortere tijd: dan maken ze hun keuze uit materiaal uit de kast: puzzel, spel of ontwikkelingsmateriaal.
Het bevalt mij prima om met een kiesbord te werken.
Op datzelfde kiesbord hangt wekelijks 1 weektaak: verplicht voor groep 2, een keuze voor groep 1.
Het kiesbord gebruik ik op een andere manier.
Elke dag plan ik van tevoren in waar de kinderen beginnen met spelenen met wie.
Geen vrije keuze dus, maar na15 minuten mogen de kinderen een andere activiteit kiezen of doorgaan in de hoek waarin ze spelen.Op het kiesbord staat ook met wie ik in de kleine kring nawerken.
Ik ben superenthousiast over deze manier van werken.
De drukte en wachtrij bij het kiesbord is weg, de kinderen spelen ook met kinderen waar ze eerst niet voor zouden kiezen, zo ontstaan er onverwachte vriendschappen, en de kinderen leren alle hoeken van de klas kennen.
Het geeft mij veel overzicht en rust en de kinderen kunnen na 15 minuten gewoon wat anders gaan doen.