Verslag dialoogbijeenkomst Toekomst van ons onderwijs – Een sterke vroege start.

Donderdag 13 februari heb ik namens de WSK een dialoogbijeenkomst over het discussiestuk ‘Toekomst van ons onderwijs’ bijgewoond. Dit discussiestuk is geschreven door vertegenwoordigers van leerlingen, scholieren, studenten, leerkrachten, leraren, docenten, onderwijsondersteuners, schoolleiders, onderwijsbesturen en kinderopvangorganisaties. Op de website www.toekomstvanonsonderwijs.nl lees je welke organisaties hieraan mee hebben gewerkt. Daarnaast is het stuk ook te downloaden en zullen op de site verslagen en podcasts van de dialogen worden gedeeld.

De organisaties beleggen meerdere dialoogbijeenkomsten door het hele land met verschillende onderwerpen. De bijeenkomst die ik heb bijgewoond had als thema ‘Een sterke vroege start’, een van de ankerpunten van het discussiestuk.

Er waren een 30 á 40 mensen aanwezig. Ik merkte op dat er vooral leden van besturen en directies aanwezig waren en maar weinig mensen van de werkvloer als leerkrachten en pedagogisch medewerkers. Er was een dialoogtafel met 3 sprekers, René Peeters, Jos van Zutphen, een directielid uit de kinderopvang van een grote landelijke organisatie (zij sprong in omdat iemand had afgezegd, haar naam moet ik u verschuldigd blijven) en een discussieleider. Zij stelden zich voor en hebben de dialoog ingeleid. Er waren een aantal stellingen, waar het publiek op kon reageren.

Wat mij opviel was dat de sprekers en de mensen uit het publiek die aan het woord zijn geweest, het allemaal eens zijn over hoe kinderen van 0 tot 6 jaar optimaal tot ontwikkeling komen; door spelen, spelen, spelen! Ieder kind ontwikkelt zich holistisch, op zijn eigen manier en tempo. Dit kan het beste in een veilige, talige omgeving in kleine groepen waarin kinderen van alle niveaus, culturen en achtergronden de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. De deskundige om het kind heen ziet wat het kind nodig heeft en sluit hierop aan.

VVE vindt men een verkeerde benaming omdat het woord educatie wordt gebruikt. Dit geeft een verkeerde suggestie van wat VVE zou moeten doen. In teksten waarin men spreekt over het leren van jonge kinderen dient men liever te spreken van ontwikkelen. Door de manier van inrichting van  VVE wordt juist segregatie bevorderd omdat die nu alleen gericht is op kinderen met een taalachterstand. Gesuggereerd wordt om de opvang vanaf 0 jaar voor alle kinderen 16 uur per week gratis te maken. Zo kunnen alle kinderen in aanraking komen met een rijke leeromgeving, leren van elkaar, de een op het gebied van taal, de ander op motorisch gebied, etcetera. Hierbij is het van groot belang dat de pedagogisch medewerkers goed opgeleid zijn, leren over alle nieuwe inzichten met betrekking tot de ontwikkeling van jongen kinderen. Men is het er over eens dat er geïnvesteerd moet worden in de mensen die werken met jonge kinderen. Zij moeten een gedegen opleiding krijgen. Dit kan zowel op MBO 3 en 4 niveau als op HBO niveau. Juist de diversiteit aan professionals door verschillende opleidingen kan binnen een organisatie een verrijking zijn. Daarnaast is het van belang dat het werken met het jonge kind (0-6jr) weer gezien wordt als een belangrijke taak. Hier wordt de basis gelegd voor de rest van de ontwikkeling van een individu.

Verder is ter tafel gekomen dat een doorlopende ‘ontwikkelingslijn’ van peuter naar kleuter van belang is voor de ontwikkeling van kinderen. Een warme overdracht zal bijdragen aan een goede ontwikkeling. Het is een gemiste kans dat, als een kind naar de basisschool gaat, veel belangrijke informatie over de ontwikkeling van het kind verloren gaat. Dit kan voorkomen worden als de organisaties één worden. Nu worden het KDV en het PO door verschillende instanties bekostigd en beoordeeld, wat een goede samenwerking en een doorlopende ontwikkeling van kinderen in de weg staat. Veel IKC’s zeggen dat zij één zijn met elkaar maar in de praktijk blijkt dit maar mondjesmaat het geval.

Al met al heb ik het gevoel dat ik een positieve bijdrage heb kunnen leveren aan deze dialoog. Ik heb er vertrouwen in dat het tij langzaam aan het keren is en dat het jonge kind weer meer ruimte krijgt zich op zijn eigen tempo te kunnen ontwikkelen.

Voor meer informatie en het beluisteren van de podcast van deze bijeenkomst verwijs ik je naar de website www.toekomstvanonsonderwijs.nl

Lianne Morssink
(lid kerngroep WSK)

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *