Gesprek WSK met Michel Rog (CDA-fractie Tweede Kamer)

Verslag van gesprek tussen
Michel Rog (CDA-fractie Tweede Kamer, woordvoerder basisonderwijs) en Daniëlle  Koster (fractiemedewerkster met basisonderwijs in haar portefeuille) – voortaan ‘Michel’  respectievelijk ‘Daniëlle’ –
en
Ewald Vervaet (WSK) en Anja Visser (WSK) – voortaan ‘we’ of ‘wij’ – op 16 december 2014, 13u45-14u30.
Vóór het gesprek had Ewald kort met Jesse Klaver (Groen Links) gesproken. Jesse herinnerde zich dat ze contact met elkaar hadden gehad rond kamervragen die hij enkele jaren terug had gesteld over het kleuronderwijs. Hij is nu woordvoerder financiën en wijst erop dat alles wat in het onderwijs gebeurt, door het CPB is ‘doorgerekend’. De economisering van het onderwijs is wat GL betreft een doodlopende weg en dat begint steeds duidelijker te worden – wegens tijdgebrek kan hij dat nu niet toelichten. Hij weet zeker dat de krachten tegen die economisering het gaan winnen.
Vanwege de ruimte in Michels agenda kan het gesprek een kwartier eerder beginnen dan de afgesproken 14u00 en dus ook drie kwartier duren in plaats van het afgesproken half uur.
Michel en Daniëlle zijn nog heel blij met het aannemen van de motie op 5 november. Ze hadden er eigenlijk niet mee gerekend dat ze aangenomen zou worden, maar hun blijheid was er des te groter om. Voor hen staat voorop dat de overheid weer naar de mensen op de werkvloer moet luisteren en niet vooral naar testuitslagen moet kijken. In feite was de onderwijsinspectie illegaal bezig geweest met het opnemen van de Cito-kleutertoetsen in het beoordelen van scholen – dat was hen tijdens het voorbereiden van de motie gaandeweg duidelijk geworden.
 Michel had ook gemerkt dat het Cito na het aannemen van de motie had gemeld daar blij mee te zijn. Dat was slim van ze want zo waren ze van alle discussie af. Ewald nam het in dezen voor de onderwijsinspectie, die nu de zwarte piet had gekregen, op door te stellen dat de inspectie zich door het Cito en de Cotan (van het NIP) voor hun kar had laten spannen.
 Michel was de term ‘gestructureerde observatie’ tegengekomen en vroeg wat dat is. Anja antwoordt hier op dat door te observeren en te registreren informatie wordt verzameld over elk kind om deze gegevens vervolgens op te slaan in het Leerling Volg Systeem, maar dat ze vreest dat onder ‘gestructureerd’ het gebruik van meetinstrumenten zoals tests wordt bedoeld.
 We brengen naar aanleiding hiervan de punten 1 en 2 in ons schrijven, dat we aan het slot van het gesprek ondertekend zullen achterlaten, onder de aandacht: fasen bestaan (terwijl het officiële onderwijsbeleid dat ontkent) en binnen ’toetsen’ moet onderscheiden worden naar ’tests’ (die oneigenlijk zijn omdat ze slechts bepalen hoeveel procent een kind van het gemiddelde afwijkt) en ‘proeven’ (die eigenlijk zijn omdat je hier bepaalt of een kind ergens aan toe is of niet, óf bij een kind dat ergens aan toe is, bepaalt in hoeverre het zich de aangeboden leerstof heeft eigen gemaakt). Ewald geeft het voorbeeld van de boer en het mais en hier wordt hartelijk om gelachen en een notitie van gemaakt.
Bij deze twee punten voegen we het punt ‘ongedaan maken van de economisering van het onderwijs’, dat Jesse Klaver (Groen Links) ons vlak vóór het gesprek onder onze aandacht bracht.
Tijdens het spreken over deze drie punten hebben we de indruk dat Michel en Daniëlle deze punten herkennen en ons begrijpen. Daarom brengen we naar voren dat deze punten met elkaar samenhangen en ook met andere punten samenhangen, zoals
  • de PO-Raad die via ‘inspiratiebijeenkomsten’ allerlei tests onder de aandacht van schoolbestuurders brengen, terwijl het de bedoeling was dat leerkrachten via hun bestuurders in de PO-Raad gehoord zouden worden, waar in de praktijk niets of veel te weinig van terecht komt;
  • de organisatie van de basisscholen volgens welke de doorgaans niet-deskundige bestuurders opdrachten kunnen geven aan leerkrachten op straffe van ontslag wegens werkweigering – we noemen deze organisatiewijze ziekelijk; Michel en Daniëlle vallen ons hierin bij;
  • de differentiatie op de Pabo’s tussen ‘jong kind’ en ‘ouder kind’, waar nu al vele jaren over wordt gesproken maar die door bepaalde sectoren rond de basisscholen wordt tegengehouden, bijvoorbeeld doordat ze adviseren dat die differentiatie niet nodig is omdat fasen niet zouden bestaan waardoor de leerlingen in alle groepen op eenzelfde wijze benaderd zouden kunnen worden, en om te adviseren naar de groepen 1-4 en de groepen 5-8 te differentiëren (dus volgens het rekenkundige gemiddelde) als het dan toch per se moet – dit terwijl iedereen weet dat hét differentiërende moment niet tussen de groepen 4 en 5 ligt maar tussen de groepen 2 en 3; gezien het eigen tempo dat elk kind nu eenmaal op elk domein heeft (in de bijlages bij onze brief wijzen we op Roos van 4;5 die leesrijp is, en Leonhard van 7;5 die dat nog niet is) is de WSK er dan ook vóór om te differentiëren tussen de groepen 1-3 en de groepen 3-8, met groep 3 dus in beide differentiaties.
We erkennen dat het nodig is en blijft dat Kamerleden het onderwijsbeleid op deze en andere afzonderlijke punten controleert, maar zijn van mening dat het vanwege die samenhang nodig is dat het kleuter- en basisonderwijs in zijn geheel wordt doorgelicht. Wetende dat een parlementaire enquête waarschijnlijk te zwaar is, vragen we ons af of er geen andere middelen zijn om die totale doorlichting te doen. Michel antwoordt daarop dat die er zijn en dat een hoorzitting wat hem betreft een goed middel zou kunnen zijn. Daniëlle valt hem daarin bij. We praten hierover met zijn vieren verder. Er moet uiteraard een goede aanleiding zijn en er zullen andere kamerleden gewonnen dienen te worden voor het houden van een hoorzitting over het kleuter- en basisonderwijs.
We vragen of het onderwerp ‘differentiatie op de Pabo’s’ een goede aanleiding zou kunnen zijn.
Dat bevestigen zij. Het onderwerp ‘experiment op 12 basisscholen met half-Nederlands, half-Engels onderwijs’ zou daarentegen geen goede aanleiding zijn omdat het een experiment (pilot) betreft.
Michel en Daniëlle geven ons in overweging om contact te zoeken met de Besturenraad omdat die volgens hen op de lijn van de WSK zit.
Omdat zij er voor zijn dat de leerkrachten weer direct worden gehoord, kaarten we het WSK-punt van een gekozen vertegenwoordiging van kleuterleerkrachten aan. Ze staan daar positief tegenover.
Na afloop
Na afloop stellen we vast dat Michel en Daniëlle zeer op onze lijn zitten. We denken wel dat er binnen afzienbare tijd een hoorzitting over het kleuter- en basisonderwijs gaat komen.
Met vriendelijke groeten, Ewald Vervaet, Anja Visser.
2014-01-14 kleuters 11

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *